MADRID – Het aantal overleden inwoners van Spanje is van de 28 EU-landen het laagst terwijl dit in Bulgarije het hoogst is. Als Zwitserland mee wordt geteld staat Spanje op de voorlaatste plaats maar ver onder het EU gemiddelde en op ruime afstand van het aantal overledenen in Nederland en België.
Volgens de laatste cijfers van Eurostat (gebaseerd op 2016) is het aantal overledenen in Spanje het laagst met 829 doden per 100.000 inwoners en het hoogst in Bulgarije met 1.602 doden per 100.000 inwoners. In Nederland was dat 980 doden en in België 960 doden per 100.000 inwoners. Het EU gemiddelde van de 28 landen samen is 1.002 doden per 100.000 inwoners. (bron)
EU
In 2016 overleden er in de EU 5,1 miljoen personen wat er 800.000 minder zijn dan in 2015. Een derde van deze overledenen was jonger dan 75 jaar met 1,7 miljoen of 33% terwijl 1,5 miljoen of 29% overledenen een leeftijd had tussen de 75 en 85 jaar en 1,9 miljoen of 38% overledenen ouder was dan 85 jaar.
Spanje
In Spanje overleden in 2016 voor het eerst meer mensen dan dat er kinderen geboren werden. Er stierven dat jaar 422.276 personen wat er 6,7% meer waren dan het jaar daarvoor. Ook in 2017 en 2018 overleden er meer mensen dan dat er nieuwgeboren bij kwamen in Spanje waardoor er al drie jaar een negatieve groei van de bevolking is.
Oorzaken
Iets meer dan 1,8 miljoen mensen stierven aan ziekten van de bloedsomloop (voornamelijk hartaanvallen en beroertes) terwijl 1,3 miljoen mensen aan kanker stierven in 2016. Dit waren de twee belangrijkste doodsoorzaken in de EU, verantwoordelijk voor 36% en 26% van alle sterfgevallen.
Ziekten van de bloedsomloop waren de belangrijkste doodsoorzaak in alle EU-lidstaten, behalve in Denemarken, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, waar kanker de belangrijkste doodsoorzaak was.
De derde belangrijkste doodsoorzaak in de EU waren aandoeningen van het ademhalingssysteem waarbij in 2016 er 422 000 personen om het leven kwamen (8% van alle sterfgevallen in de EU).
Een aanzienlijk deel van de sterfgevallen in de EU was ook te wijten aan ongevallen en andere externe doodsoorzaken (237.000 sterfgevallen, 5% van alle sterfgevallen in de EU), ziekten van het spijsverteringsstelsel (222.000 sterfgevallen, 4%), mentale en gedragsziekten zoals dementie (220.000 sterfgevallen, 4%) en ziekten van het zenuwstelsel waaronder Alzheimer (219.000 sterfgevallen, 4%).