SEVILLA – Het Parque Nacional de Doñana is deze woensdag 50 jaar oud geworden. Op 14 augustus 1969 werd het Doñana natuurpark door de regering opgericht en kreeg het meer dan 54.251 ha grote natuurpark in Andalusië een beschermende functie.
Het gebied ligt in de twee Andalusische provincies Huelva en Sevilla en vormt een natuurlijke barrière tussen deze provincies. Er lopen geen wegen door de Doñana en menselijke bebouwing en bewoning is op enkele uitzonderingen na niet toegestaan. De paar mensen die in het natuurgebied wonen leven er op natuurlijke wijze zonder moderne voorzieningen zoals elektriciteit.
De oppervlakte van het in 1969 opgerichte Natuurpark Doñana bedraagt 54.251 ha. Het gebied wordt gevoed door de rivieren Cano de Guadiamar (een zijtak van de Guadalquivir) en de Arroyo de la Rocina.
Inmiddels Doñana uitgegroeid naar 122.487 ha en bestaat het uit het Parque Nacional (opgericht in 1969) en het Parque Natural (opgericht in 1989 en uitgebreidt in 1997) de Doñana. Het geheel staat op de UNESCO Werelderfgoed lijst.
Het gebied is belangrijk vanwege de vele trekvogels die er een rustplaats vinden op hun tocht van zuid naar noord. De moerassen in de rivierdelta zijn voor deze vogels ideaal. De meest voorkomende diersoorten zijn: Weidevogels, watervogels (onder andere de flamingo), herten, wilde zwijnen, Iberische lynx (beschermd en zeldzaam), moeflon en arenden waaronder de zeldzame Spaanse keizerarend waarvan er nog maar 220 exemplaren zijn in Spanje waarvan een klein deel in Doñana.
Naam
Het Parque Nacional de Doñana wordt ook wel Coto de Doñana genoemd in Spanje. Coto betekent afgebakend jachtterrein. Het gebied was in het verleden het eigendom van de hertogen van Medina Sidonia. Het jagen in dit gebied was alleen aan hen voorbehouden.
Men denkt dat de naam Doñana afkomstig is van ‘Doña Ana’. Doña Ana de Mendoza y Silva was de vrouw van de zevende hertog van Medina Sidonia, Don Alonso Pérez de Guzmán. Ook tegenwoordig heet de streek waar het nationale park in ligt ‘Coto Doñana’: het jachtgebied van vrouwe Anna. Er wordt echter niet meer gejaagd in de Doñana.
Bedevaart
Jaarlijks vindt er door de Doñana een bedevaart ter ere van de maagd van El Rocío plaats, met als bestemming het het plaatsje El Rocío (gemeente Almonte), waar de stoet op 2e Pinksterdag ‘s ochtends aankomt om het beeld van de Maagd te begroeten.
De bedevaart start in Sanlúcar de Barrameda, waar de Guadalquivir wordt overgestoken, om vervolgens het park in te trekken. De tocht met klassieke huifkarren en een kleurrijk uitgedost gezelschap duurt drie dagen, met elke avond een feestelijk samenzijn.