MADRID – Het is de politieke partijen PSOE, PP, Ciudadanos en Unidos-Podemos niet gelukt om tot overeenkomsten te komen om een nieuwe regering te vormen. Het was de taak van de demissionaire premier Pedro Sánchez van de PSOE (meest gekozen partij) om een regering te vormen maar daar is hij niet in geslaagd omdat gebleken is dat niemand zijn partij steunt.
Na twee dagen van gesprekken tussen de leiders van de politieke partijen die een vertegenwoordiging hebben in het parlement en de Koning van Spanje, heeft Felipe VI geen kandidaat aangewezen en dus komen er verkiezingen, iets waar al enige tijd over gespeculeerd werd.
Nadat de politieke partijen er eind juli niet in zijn geslaagd om een regering te vormen na twee mislukte stemmingen, kwam er een periode van rust. Enkele weken geleden zijn PSOE en Unidas-Podemos weer met elkaar in overleg gegaan maar de kans op een overeenstemming was klein en bleek vanwege de stugge houding van beide kanten onmogelijk.
Mede vanwege het gebrek van overeenkomst met de door PSOE meest gewilde partner Unidas-Podemos (ook links) en de tegenwerkende houding van de (centrum) rechtse partijen PP en Ciudadanos, komen er dus weer parlementsverkiezingen in Spanje.
Het gaat om de vierde nationale verkiezingen in vier jaar tijd. De laatste keer dat de Spanjaarden naar de stembussen moesten gaan was op 28 april 2019 wat gewonnen werd door de PSOE-partij wat betreft zetels en stemmen. Daarvoor waren er verkiezingen op 26 juni 2016 nadat Mariano Rajoy (PP) na de verkiezingen van 20 december 2015 geen regering kon vormen. Die twee verkiezingen werden toen gewonnen door de Partido Popular (PP) waarna dankzij o.a. de onthouding van stemmen in 2016 een regering gevormd kon worden.
Volgens een recente enquête wil 64% van de Spanjaarden niets weten van nieuwe verkiezingen maar ondertussen ging 85% van de Spanjaarden er al vanuit dat men weer naar de stembussen zou moeten gaan.