Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag zullen publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken.
Het is prachtig weer, zoals meestal, en we gaan even een terrasje pikken. Een café con leche gaat er altijd wel in en een tostada con tomatoes maakt het smullen compleet. Terwijl wij zo knus zitten te smikkelen zien we hele hordes mensen in feestkledij op het pleintje voor de kerk verschijnen. De dames veelal op naaldhakjes en met mooi gekapte coiffures lopen ze voorbij ons terrasje. Heel veel kindertjes huppelen rond in hun fraaie kleertjes, organza jurkjes, strikjes, linten, bloemen in het haar en glimmende handtasjes en de jongetjes in matrozenpakjes en kleine mannetjes-pakken. Prachtig! Zeker een bruiloft gissen wij.
Opeens beginnen de kerkklokken te beieren. Ik ga even poolshoogte in de kerk nemen, want wat is hier aan de hand? We zien geen trouwauto, geen bruidspaar, is er dan misschien geen bruiloft, maar wat is er dan aan de hand?
De kerk is fantastisch versierd met bloemen en kransen en hij puilt uit. Zoals altijd is het er luidruchtig, iedereen kletst met iedereen terwijl de pastoor vooraan bij het altaar iets doet. Wát doet hij daar? Er staat een hele rij mensen voor het altaar waar ze omheen moeten lopen om daarachter bij het doopvont te komen. Dáár gebeurt het, al die mooi aangeklede kindjes worden gedoopt! Talloze baby´s in de prachtigste doopjurken, met kanten mutsjes op, maar die moeten af, want het gezegende water moet de fontanelletjes bereiken. Het viel mij op dat de pastoor de baby´s zelf in zijn armen nam en daar werden ze besprenkeld, wat veelal een behoorlijk gekrijs teweeg bracht.
Toen de baby´s voorzien waren van al dat goeds, kwamen de jongetjes en meisjes die zelfstandig konden staan aan bod. Ook zij kregen wat heilig water toegediend en als dat was gebeurd tilde de pastoor het spartelende kleintje hoog boven zijn hoofd om het aan de gemeente te tonen, waarop een daverend applaus opsteeg vanuit de kerk.
Een algemene publieksdoping dus. Buiten, voor de deur van de kerk, liep de opperknalmeester vuurpijlen af te schieten, die trommelvliesbrekende knallen voortbrachten. Vreselijk hard! Na dit geknal kwam de hele kerkgemeente naar buiten. Een prachtig gezicht al die zijden japonnen, de minirokjes met lange splitten, de strapless-topjes, de blote ruggen en de heren in hun zondagse pakken, keurig voorzien van stropdassen en glimmende dasspelden. Een modeshow kan niet leuker zijn.
Voor de deur van de kerk gaat het feest nog even door, want iedereen kent iedereen en zo’n feestelijke gebeurtenis moet natuurlijk nog even nabesproken worden.
Langzaam druppelen de papa´s en mama´s met hun hele families, opa´s, oma´s, tantes, omes, alles en iedereen, huiswaarts waar ongetwijfeld een doopmaaltijd zal worden geserveerd, bij zo’n feest hoort een feestelijk etentje. Wij Hollanders zijn het daarmee van harte eens.
Ook wij maken aanstalten om naar huis te gaan, waar we voor het hek twee honden aantreffen. Laika staat op veilige afstand, ze ijst zich dood, maar blaft manmoedig omdat ze haar taak als beschermer van het huis heel serieus neemt.
De honden snuffelen wat, doen niets, maar zijn duidelijk nieuwsgierig wat er zich achter dat hek bevindt. Als Laika ziet dat wij eraan komen draagt ze de verantwoordelijkheid graag over en snelt weg het huis in om zich achter de bank heel klein te maken. Haar moedige geblaf valt stil, en haar oortjes liggen plat in haar nek. O, O, wat zijn die Spaanse verschoppelingetjes toch bang.
Ik ga naar de honden toe en spreek ze vriendelijk toe om Laika het gevoel te geven dat de boel veilig is. Het helpt niet. Ik aai de beide lieverds bij het hek en praat wat harder zodat Laika het kan horen. ¨Ach wat ben jij een mooi hondje….hé……kom je even kijken?…… waar is je baasje?….. ach wat vind ik jou lief.¨ Ik spreek met opzet de woorden die Laika kent, en verwacht dáár wonderen van.
Niet dus. Pas als de twee Aagjes verder gegaan zijn durft Laika tevoorschijn te komen. Ze kijkt me wat verwijtend aan, jaloers als ze is. Ik geef haar een aai over haar bol ¨ja hoor, jij bent ook lief¨ maar dat is blijkbaar niet genoeg. Madame is beledigd. Oké, dan maar niet. Ik zal toch nog eens het boek over hondenpsychologie moeten lezen, maar ik vrees dat het niet veel zal uithalen.
Veel lieve groeten van ons
Barbara