Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
Wij verwachtten een pakje dat Ruben, een van de kinderen, ons per post heeft toegezonden. Het blijkt een heel probleem, want de postbode die brieven bestelt weet weliswaar precies waar Egbert en Barbara wonen, namelijk in het huis met de schone naam “Nuestro Castillo”, maar de pakjesbezorger weet dat niet. Ooit kreeg ik eens een brief geadresseerd aan Barbara in Fortuna!! Hij kwam nog aan ook! Maar de adresseringen hier zijn een wanhoop. Veel wegen hebben geen naam, veel huizen geen nummer, alleen een naam. Het is een ramp om iemand uit te leggen waar hij moet zijn.
Om bij ons te komen moet je bij de Cruce de Jesoïto de berg op, dus bij het kruispunt waar Jesoïto woont, dát weggetje moet je hebben. Buurman had eens een ambulance nodig en moest hem toen helemaal gaan halen en voor hem uit rijden, want de ambulance wist niet waar Jesoïto woont! Dat was vast iemand van buiten Fortuna.
De goeie man die ons dit pakje moest bezorgen had ook geen idee waar Egbert en Barbara wonen, al hebben we een briefje op onze brievenbus geplakt met een tekening waar hij moet zijn: bij de olijfboom ligt een grote geelgeverfde steen, daar ga je rechtsaf het onverharde weggetje omhoog, aan het eind staat een vuilniscontainer, dáár ga je links en dan is het het laatste huis.
Hij kwam er niet uit en zocht zich een bult. Toen is hij maar weer onverrichterzake met het pakje weggereden. Ruben werd gewaarschuwd en die gaf ons emailadres op, dus kregen we een mail, die we beantwoordden met vermelding van ons telefoonummer. Dat was maandag. Dinsdag belde meneer Post.ES ons op, alleen om te zeggen dat hij een pakje voor ons heeft, hij belt nog wanneer hij komt. Woensdag belde hij niet, daarom belde ik hèm maar. Donderdag dag belde hij weer. Wanneer hij het pakje kon bezorgen. Is vrijdag om vier uur goed? Ja hoor, dat is oké. Laat even weten hoe laat, dan gaan we wel beneden bij de weg staan als u komt.
Vrijdag gaat de telefoon. Of het ook na het weekend mag. Ja hoor, maandag is ook goed. We vinden het al fijn dat hij daarover belt, want voor hetzelfde geld regent het en komen ze helemaal niet. Maar vandaag is het maandag 4 december, het is gelukt: het pakje is aangekomen en dat voor € 6,75! Het is weliswaar nog geen pakjesavond, maar wel pakjesmiddag!
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
Gisteren op visite geweest bij onze Ierse buren. Ze zijn moeilijk te verstaan met hun Ierse dialect, maar het zijn schatten die ook regelmatig afgeblaft worden door de boze buurhond Axel, die in zijn eentje de hele buurt bewaakt. Enfin, het was gezellig met de Ieren, we babbelden wat en dronken een wijntje. Het zijn aardige mensen en Sean zat heerlijk op zijn praatstoel. Sean is een grote stevige imponerende kerel – a police officer, gestationeerd in Nigeria om daar de plaatselijke politie op te leiden. Nigeria is een gevaarlijk land waar de gevreesde Bokoharan bestreden moet worden. Geen kleine jongen dus. Hij vertelde het volgende verhaal dat ik jullie niet wil onthouden.
Hier in Spanje wilde hij een auto kopen. Daarvoor had hij een soort sofinummer nodig en dat kon hij regelen op het hoofdbureau van Politie in Molina de Segura. Daar aangekomen schrok hij van de lange rij mensen, die allemaal stonden te wachten en te snateren, zoals te doen gebruikelijk hier.
Hij sprak daar de receptionist aan en toonde hem zijn ID-kaart, waarop de man onmiddellijk in de houding sprong, hem eerbiedig aankeek en de telefoon pakte. Een hotemetoot in vol ornaat kwam binnen een minuut naar beneden, schudde hem uitvoerig de hand en keek loerend rond of iedereen dát ook wel goed gezien had! Hij knipte als een knipmes voor hem. “Komt u maar even mee”. Samen liepen ze naar de koffiekamer waar een mooie luxe ingerichte bar, compleet met een antieke biertap stond. Sean kreeg de mooiste stoel aangeboden en even later kwam het halve corps binnen om hem ‘te bekijken’ en hem een handje te schudden. Of hij een Hennesy wilde? Nee? Een Scottish dan? Ze zaten wat te praten en toen de Scottish op was (dat duurde niet zo heel lang, want Sean kán er wat van) toen kwam er een uniform binnen met….? Jazeker, het benodigde sofinummer!
Ja, ja, en intussen krijgen jullie de groeten van ons, Egbert en Barbara.