MADRID – Op de website van de Spaanse versie van de BBC wordt uitgelegd dat er in het ‘castellano’ ofwel het Castiliaans (Spaans) veel woorden zijn die dagelijks gebruikt worden door miljoenen Spanjaarden maar die eigenlijk uit het ‘euskera’ ofwel Baskisch afstammen. Er wordt zelfs de link gelegd met een Nederlands woord dat via de Baskische taal naar het Spaans is verbasterd.
De verschillende talen die in Spanje worden gesproken zorgen regelmatig voor grote verwarring in het buitenland, waar men het vaak heeft over dialecten. Het gaat echter om in totaal vijf officiële talen (Castiliaans, Catalaans, Baskisch, Galicisch en Aranees) en twee niet-officiële talen (Asturisch en Aragonees). Het Castiliaans/Spaans is de enige officiële nationale taal van Spanje. De overige vier zijn officiële regionale talen, die in sommige gebieden ook de dominante taal zijn.
Het ‘castellano’ ofwel het Spaans wordt door meer dan 480 miljoen mensen wereldwijd gesproken terwijl het ‘euskera’ ofwel het Baskisch in Baskenland, Navarra en in het zuidwesten door zo’n 700.000 inwoners gesproken wordt. De oorsprong van het Baskisch is nog steeds onbekend maar men weet wel dat deze taal veel ouder is dan het Spaans.
En ondanks dat het Baskisch en het Spaans nauw verband zijn, zijn er maar weinig woorden uit het Baskisch die in het Spaans gebruikt worden. Volgens de Real Academia Española zijn er 95 woorden die in het Spaans gebruikt worden en waarvan men weet dat deze afstammen uit het Baskisch. Dit terwijl er meer dan 4.000 Arabische woorden zijn die (vanwege de overheersing van de Moren) gebruikt worden in het Spaans.
Enkele woorden
Het grappige is dat de meeste mensen die het Spaans spreken niet weten waar sommige woorden vandaan komen zoals:
- izquierda (links) – ezkerra
- mochila (rugzak) – mutiko, mutilko, mithiko, motil, mitil, mitilko
- cencerro (koebel) – zinzerri
- alud (lawine) – luta
- Chatarra (schroot) – txatarra
- Chabola (keet) – txabola
- Gabarra (schuit) – gabarra
- Angula (paling) – aingira
Nederlands
Het Spaanse woord ‘bacalao’ (kabeljauw) stamt af van het Baskische ‘bakailao’ wat vreemd genoeg weer afstamt van ‘cabbeliau’ wat een verbastering is van het Nederlandse ‘kabeljauw’.
Perro
Ook het veelgebruikte woord ‘perro’ stamt waarschijnlijk af van het Baskisch maar dat is niet helemaal zeker. Zelfs de Real Academia de la Lengua schrijft dat de oorsprong van het woord ‘perro’ (hond) onduidelijk is. Het Spaanse woord voor de trouwe viervoeter lijkt niets op nadere talen zoals ‘chien’ in het Frans, ‘cão’ in het Portugees, ‘cane’ in het Italiaans en ‘gos’ of ‘ca’ in het Catalaans.
In het Baskisch heet een ‘perro’ ofwel hond ‘txakur’ maar er is een ander woord dat ook gebruikt wordt maar wat je nog maar zelden hoort ‘or’. Maar hoe wordt ‘or’ nu ‘perro’?
Volgens de uitleg betekent het woord ‘eper’ in het Spaans ‘perdiz’ ofwel patrijs en de combinatie van ‘eper + or’ is ‘eper-or’ ofwel ‘perro perdiguero’ (retriever of de hond die de patrijs haalt) wat gedurende honderden jaren verbasterde naar ‘perro’.