MADRID – Op 3 juli 2005 legaliseerde de toenmalige socialistische regering van José Luis Rodriguez Zapatero het homohuwelijk waarmee Spanje het derde land ter wereld, na Nederland en België, werd waar het homohuwelijk (Matrimonio entre personas del mismo sexo) gelegaliseerd werd, 17 dagen voor het liberale Canada. Volgens de cijfers van het Spaanse bureau voor de statistiek (INE) zijn er sinds 2005 tot en met 2015 in totaal 35.323 homohuwelijken geweest in Spanje.
Van al deze huwelijken werden er 21.305 afgesloten tussen twee mannen en 14.018 tussen twee vrouwen, respectievelijk een 60% mannen en 40% vrouwen. 2006 was het jaar dat de meeste homohuwelijken plaatsvonden in Spanje met 3.000 mannen en 1.313 vrouwen. Terwijl het aantal huwelijken tussen mannen daalde naar 1.925 in 2015 (het laatste jaar dat er gegevens bekend zijn), stegen de huwelijken tussen vrouwen met 410% naar 1.813 in het jaar 2015, bijna gelijk aan dat van de mannen dus. Volgens voorlopige cijfers van het INE trouwden er vorig jaar 4.259 personen van het hetzelfde geslacht.
Spanje lijkt dus een conservatief zwaar Rooms-katholiek land maar de PSOE regering van 2005 zorgde ervoor dat dit beeld meteen verdween door het homohuwelijk goed te keuren en te legaliseren. Nederland deed dat al in 2001 gevolgd door België in 2003 en dan Spanje in 2005 als derde land waar het homohuwelijk gelegaliseerd werd, een hele mijlpaal voor Spanje.
Geschiedenis
Het homohuwelijk in Spanje is sinds 3 juli 2005 gelegaliseerd. In 2004, aan het begin van de achtste legislatuur, begon de pas verkozen socialistische regering, geleid door minister-president José Luis Rodríguez Zapatero van de socialistische arbeiderspartij PSOE, een campagne voor de legalisering van het homohuwelijk, inclusief het recht op adoptie. Na veel discussie werd een wet die het homohuwelijk goedgekeurd aanvaard door de Cortes Generales op 30 juni 2005 en gepubliceerd op 2 juli 2005. Het homohuwelijk is wettig geworden in Spanje op zondag 3 juli 2005 en was daarmee het derde land in de wereld die dat deed, na Nederland en België en 17 dagen voor Canada.
Rooms-katholiek protest
De bekrachtiging van deze wet was uiteraard niet gespeend van conflicten ondanks de steun van 66% van de bevolking. In het bijzonder was de Rooms-katholieke autoriteit bijzonder onvermurwbaar en fel gekant tegen wat zij beschouwden als de verzwakking van de betekenis van het huwelijk. Andere verenigingen spraken hun bezorgdheid uit over de mogelijkheid van lesbiennes en homo’s om kinderen te adopteren. Demonstraties voor en tegen de wet trokken duizenden mensen uit alle delen van Spanje. Na de goedkeuring ervan werd het recht door de conservatieve Partido Popular (PP) betwist en voorgelegd bij het Constitutionele Hof.
Status
Kort nadat de wet werd aangenomen zijn vragen gerezen over de juridische status van het huwelijk door niet-Spanjaarden waarvan het land van afkomst het homohuwelijk niet toelaat. Een beslissing van het ministerie van Justitie verklaarde dat de Spaanse wet het homohuwelijk tussen een niet-Spanjaard met een Spaanse burger mogelijk maakt, ongeacht of het thuisland van die persoon het partnerschap erkent. Ten minste één partner moet de Spaanse nationaliteit hebben of in het geval van twee niet-Spanjaarden, dienen allebei een permanente verblijfsvergunning te hebben.