MADRID – Mocht er een oscar voor moed en doorzettingsvermogen bestaan, dan is Terry Gilliam kandidaat nummer één voor de trofee. Het enige Amerikaanse lid van wijlen Monty Python heeft er 20 jaar over gedaan om zijn droomproject te verwezenlijken: een verfilming van Miguel de Cervantes’ klassieker “Don quichote”. Zijn vorige poging in 2000 viel letterlijk in het water en ook een nieuwe poging enkele jaren geleden bleek geen succes. Vanaf 1 juni is de bioscoopfilm dan eindelijk te zien.
Voor Terry Gilliam is de verfilming van het Don Quijote verhaal een nachtmerrie gebleken maar hij heeft altijd moed gehouden en heeft nu met enkele geldschieters, waaronder ook de Spaanse filmmaatschappij Tornasol, het 16 miljoen euro kostende project verwezenlijkt.
Het is alweer 20 jaar geleden dat in 1998 het project werd geboren en in 2000 de eerste poging werd gedaan wat nog tweemaal dunnetjes werd overgedaan in 2005 en 2016. Bij de vierde poging is het dan eindelijk gelukt en werd de film in mei tijdens het filmfestival in het Franse Cannes gepresenteerd.
Verhaal
The Man Who Killed Don Quixote is een Britse komische fantasyfilm die losjes gebaseerd op de personages uit de roman Don Quichot van Cervantes. Het verhaal gaat over een verwarde oude man die er van overtuigd is dat hij Don Quichot (acteur Jonathan Pryce) is. Hij ziet Toby Grisoni, werkzaam bij een reclamebureau, aan als zijn trouwe schildknaap Sancho Panza (acteur Adam Driver).
Het duo begint aan een wonderlijke reis daarbij heen en weer springend in de tijd, tussen de 21e eeuw en de 17e eeuw. Na een tijdje wordt ook Toby meegetrokken in de fantasiewereld van de oude man en kan hij zijn dromen niet meer van de werkelijkheid onderscheiden.
Geschiedenis
Het 32 miljoen euro kostende filmproject “The man who killed Don Quixote” begon in 1998 waarna men in het jaar 2000 daadwerkelijk in Spanje met opnames begon. Daarvoor waren de acteurs Jean Rochefort ald Don Quixote, Johnny Depp als de tijdreizende zakenman Toby Grisoli en Vanessa Paradis als Dulcinea in de hoofdrollen aangenomen.
Deze opnames begonnen in de regio Navarra maar gedurende de werkzaamheden had men te maken met de ene ramp na de andere ramp. Dit werd allemaal vastgelegd in de documentaire “Lost in La Mancha”, uitgebracht in 2002.