De Canarische Eilanden zouden in de toekomst gebruik kunnen maken van innovatieve “barcos voladores” (vliegende boten) voor intereilandvervoer. Dit type transport wordt ontwikkeld binnen het Europese Airship-project, dat gericht is op het verminderen van uitstoot en het verbeteren van energie-efficiëntie.
De voertuigen, ook wel “wing-in-ground” genoemd, maken gebruik van het grondeffect waardoor ze met minder weerstand en meer lift kunnen bewegen. Dit maakt ze sneller dan conventionele schepen en goedkoper dan luchttransport.
Het project wordt geleid door een consortium van Europese universiteiten, waaronder de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC). Beatriz Tovar, hoogleraar van de ULPGC, benadrukt dat de technologie zich in een vroeg stadium bevindt. Momenteel worden prototypes getest om de haalbaarheid van autonoom goederenvervoer te evalueren. In een later stadium wordt gekeken naar passagiersvervoer.
Tijdens simulaties zijn routes tussen de eilanden onderzocht, waarbij huidige veerdiensten als referentie dienden. Factoren zoals dagelijkse frequentie, operationele dagen per jaar en tarieven spelen een belangrijke rol in de economische levensvatbaarheid. Het project is gedeeltelijk gefinancierd door het Horizon Europe-programma en de resultaten zijn gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften.
Naast de ULPGC zijn ook universiteiten uit Madrid, Luxemburg, Finland en Estland betrokken, evenals onderzoekscentra uit Portugal. Als het project slaagt, kunnen de Canarische Eilanden een pionier worden in duurzaam en modern transport, wat zowel economische als ecologische voordelen biedt.