Uit een nieuw onderzoek in Spanje blijkt dat veel mensen denken dat het feminisme in hun land te ver is gegaan. Meer dan de helft zegt dat mannen daardoor soms oneerlijk worden behandeld. Op 8 maart zijn er in veel Spaanse steden protesten vanwege Internationale Vrouwendag die elk jaar op die datum plaatsvindt.
Ondanks deze resultaten denken veel andere mensen daar toch anders over. Ongeveer een derde van de mensen vindt juist dat het feminisme mannen helemaal niet benadeelt. Dit laat zien dat mensen in Spanje heel verschillend denken over dit onderwerp.
Vooral mannen vinden dat het feminisme te ver is gegaan. Meer dan de helft van de mannen denkt dat mannen nu oneerlijk worden behandeld. Bij vrouwen is dat minder dan de helft. Ook jongeren tussen de 25 en 34 jaar zijn vaker kritisch over het feminisme.
Mensen die op rechtse politieke partijen stemmen, zoals Vox en Partido Popular (PP), zijn het vaakst van mening dat het feminisme te ver gaat. Bij linkse partijen, zoals PSOE, Sumar en Podemos, vinden veel minder mensen dat.
Toch zeggen de meeste mensen dat vrouwen nog steeds vaker oneerlijk behandeld worden. Bijvoorbeeld op het werk of met het salaris. Bijna twee derde van de mensen denkt dat vrouwen nog steeds niet altijd gelijk behandeld worden.
Onderzoekers zeggen dat Spanjaarden steeds meer verdeeld zijn over feminisme. Sommige mensen vinden dat feminisme nog steeds nodig is. Andere mensen denken dat het nu juist mannen benadeelt.
Ook in de politiek gaat het vaak over dit onderwerp. Vooral rechtse partijen praten veel over hun ontevredenheid over feministische wetten, zoals de wet ‘Solo sí es sí’. Deze wet zorgde voor veel discussies, omdat sommige mensen hierdoor minder straf kregen.
Kortom, Spanje is verdeeld. De één vindt feminisme nog steeds heel belangrijk, terwijl de ander denkt dat het te ver is gegaan. Het is duidelijk dat dit onderwerp voorlopig nog veel besproken zal worden.