In 2024 stond Nederland op de vierde plaats binnen de Europese Unie wat betreft het bruto binnenlands product (bbp) per inwoner, uitgedrukt in koopkrachtstandaard (PPS). Volgens gegevens van Eurostat lag het Nederlandse bbp per hoofd van de bevolking 35% boven het EU-gemiddelde. Alleen Luxemburg, Ierland en Denemarken presteerden beter.
Volgens het Nederlandse Statistiekbureau CBS bedroeg het bbp per inwoner in Nederland in 2024 gemiddeld 63.000 euro. Ter vergelijking: in Luxemburg lag dat bedrag op bijna 127.000 euro, in Ierland op 99.000 euro en in Denemarken op 66.400 euro. Nederland scoorde dus hoog, maar bleef achter bij de absolute koplopers.
België eindigde op de zesde plaats met een bbp per inwoner dat 17% boven het EU-gemiddelde lag. Dat kwam neer op bijna 52.000 euro in 2024, wat neerkomt op een bescheiden groei vergeleken met het jaar ervoor. Daarmee presteert België beter dan veel andere lidstaten, maar blijft het wel achter bij Nederland.
Spanje eindigde in 2024 op de vijftiende plaats binnen de EU, met een bbp per hoofd van de bevolking dat 8% onder het gemiddelde lag. Concreet betekende dat een Spaans bbp per inwoner van 32.600 euro, wat 6000 euro minder is dan het EU-gemiddelde van 39.700 euro. Toch doet Spanje het aanzienlijk beter dan landen onderaan de lijst, zoals Bulgarije, waar het bbp per inwoner slechts 16.000 euro bedroeg.
In 2024 wist Spanje zich licht te verbeteren: het bbp per inwoner steeg van 91% naar 92% van het EU-gemiddelde. Die toename is grotendeels te danken aan een aanhoudende economische groei en een herstel van de werkgelegenheid, met name in sectoren zoals toerisme en dienstverlening, die traditioneel belangrijk zijn voor de Spaanse economie.
Luxemburg en Ierland blijven de lijst aanvoeren, met respectievelijk 141% en 111% boven het EU-gemiddelde. Deze hoge cijfers worden deels verklaard door specifieke economische factoren, zoals het grote aantal grensarbeiders in Luxemburg en de aanwezigheid van multinationale ondernemingen in Ierland.
De verschillen in bbp per inwoner binnen de EU blijven aanzienlijk. Terwijl sommige landen zoals Luxemburg en Ierland ver boven het gemiddelde uitsteken, blijven andere landen achter. Deze cijfers benadrukken de economische diversiteit binnen de Europese Unie en de uitdagingen die sommige lidstaten nog steeds ondervinden.