Op 11 april, de Wereld Parkinson Dag, werd bekend dat Spanje het negende land ter wereld is met de meeste mensen die lijden aan de ziekte van Parkinson. Dit is opvallend, want qua bevolkingsomvang staat Spanje pas op de 31e plaats. Naar schatting zijn er zo’n 200.000 parkinsonpatiënten in Spanje, en jaarlijks komen daar ongeveer 10.000 bij.
Parkinson is een chronische, progressieve aandoening waarbij de hersenen steeds minder dopamine aanmaken, wat leidt tot klachten zoals trillen, spierstijfheid en trage beweging. Niet-motorische symptomen zijn onder andere depressie, slaapproblemen en cognitieve achteruitgang.
Volgens de Spaanse Vereniging voor Neurologie (SEN) is Parkinson de snelst toenemende neurologische aandoening ter wereld. De ziektelast is in 20 jaar met meer dan 80% gestegen en het aantal sterfgevallen is verdubbeld. Deze stijging zal zich naar verwachting voortzetten.
Uit een wereldwijde studie blijkt dat het aantal parkinsonpatiënten in 2050 meer dan 25 miljoen zal bedragen. In Spanje zal het aantal naar verwachting stijgen tot 850 per 100.000 inwoners, mogelijk de hoogste prevalentie wereldwijd.
Hoewel ouderdom een risicofactor is, wordt 20% van de patiënten jonger dan 50 jaar gediagnosticeerd. Ongezonde leefstijl, inactiviteit en slecht gecontroleerde gezondheidswaarden verhogen ook het risico.
Behandelingen zijn vooral gericht op symptoombestrijding met medicijnen, fysiotherapie en nieuwe technologieën zoals diepe hersenstimulatie. Onderzoekers werken aan innovatieve therapieën zoals vaccinatie en gentherapie.
De SEN pleit voor meer onderzoek, preventieve voorlichting en betere zorgstructuren. Vooral in regio’s met weinig specialisten is verbetering nodig.