De jachtsector in Spanje draagt jaarlijks ruim 10 miljard euro bij aan het bruto binnenlands product (bbp) en ondersteunt bijna 200.000 banen, waarvan zo’n 45.000 directe werkgelegenheid betreft. Dit blijkt uit een onderzoek van Deloitte, uitgevoerd in opdracht van Fundación Artemisan en met medewerking van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening.
Opvallend is dat het grootste deel van de directe banen zich in landelijke gebieden bevindt. Ook woont een aanzienlijk deel van de jagers in kleine dorpen met minder dan 5000 inwoners. Voor velen is de jacht een belangrijke reden om in deze dorpen te blijven wonen.
Uit een enquête onder duizenden jagers blijkt dat er in 2024 bijna 900.000 jachtvergunningen waren. Spanje telt naar schatting bijna 580.000 jagers. Een jager geeft per jaar gemiddeld meer dan 12.000 euro uit aan bijvoorbeeld jachtuitrusting, reizen en verblijf. Mensen die voor jachthonden zorgen, de zogenoemde rehaleros, besteden jaarlijks gemiddeld 15.000 euro. Eigenaren van jachtgebieden en organisatoren van jachtpartijen geven nog veel meer uit: tot wel 140.000 euro per jaar.
In Spanje is bijna het hele land geschikt voor de jacht, met 43 miljoen hectare aan jachtgebieden. Jagers steken elk jaar veel geld in het behoud van de natuur. Zo’n 290 miljoen euro gaat naar praktische dingen zoals het geven van water en voedsel aan dieren. Nog eens 30 miljoen euro wordt gebruikt voor het beschermen van dierensoorten.
De jacht draagt ook bij aan het beperken van verkeersongelukken en landbouwschade door wilde dieren. In 2024 werden meer dan 35.000 verkeersongevallen veroorzaakt door dieren zoals wilde zwijnen en reeën. De schade aan landbouwgewassen door overpopulatie van wild kostte meer dan 11 miljoen euro aan compensaties.
Volgens het rapport is de jachtsector, na de overheid, de grootste investeerder in milieubeheer en natuurbehoud in Spanje. Veel jagers nemen daarnaast deel aan initiatieven voor het behoud van bedreigde diersoorten.