Spanje staat bovenaan de lijst van Europese landen waar de bodem het snelst daalt. Dit verschijnsel, ‘subsidencia’ genoemd, wordt vooral veroorzaakt door overmatige grondwateronttrekking, met name voor de landbouw. Naar schatting zijn er een half miljoen illegale putten die zonder controle water onttrekken.
De zwaarst getroffen regio is het Guadalentín-dal in Murcia, met gemeenten als Alhama de Murcia, Totana, Lorca en Puerto Lumbreras. Daar daalt de bodem jaarlijks met 11 centimeter. Over twintig jaar komt dat neer op een daling van 2,5 meter. Volgens een onderzoeker van de Universiteit van Alicante is dat een opvallend cijfer. Bewoners merken het vaak niet direct, maar de gevolgen zijn op lange termijn aanzienlijk.
Ook andere gebieden zoals de Vega Baja en Media del Segura, Orihuela, de Guadalquivir-vallei en delen van Catalonië zijn getroffen. In sommige van deze regio’s is al sprake van schade aan gebouwen. Hoewel Spanje nog niet de problemen van steden als Jakarta of Peking kent, waarschuwen experts voor vergelijkbare risico’s zonder tijdig ingrijpen.
Grondwater wordt vaak gebruikt tijdens droogteperiodes. Dat is niet per se een probleem, maar het wordt zorgwekkend wanneer dit ongecontroleerd en zonder vergunning gebeurt. De vele illegale putten versnellen de bodemdaling en vergroten het risico op overstromingen.
Experts pleiten voor strengere controle op wateronttrekking en het zoeken naar alternatieve bronnen zoals ontzilting of watertransport tussen regio’s. Zonder maatregelen zakt de bodem in delen van Spanje letterlijk onder onze voeten weg.