Uit een recent rapport blijkt dat vier op de tien Spanjaarden momenteel zorgt voor ouderen, zieken of mensen met een beperking, exclusief de zorg voor minderjarigen. Bijna driekwart van de bevolking heeft ooit dergelijke zorg verleend. Deze zorg wordt vooral gedragen door vrouwen van middelbare leeftijd, die vaak werk buitenshuis combineren met de zorg voor ouders of grootouders, terwijl ze ook hun eigen kinderen opvoeden.
De voornaamste reden voor deze zorg is ouderdom en de bijbehorende kwetsbaarheid. Andere veelvoorkomende oorzaken zijn bewegingsstoornissen en cognitieve, neurologische of mentale aandoeningen zoals depressie, autisme of dementie.
Ongeveer de helft van de verzorgers is elke dag minstens een uur bezig met zorgtaken. Dat is vaak erg vermoeiend: veel mensen voelen zich lichamelijk moe en nog meer hebben last van stress, emoties of te weinig tijd voor zichzelf. Slechts een klein aantal krijgt hulp van professionele zorgverleners, meestal omdat dit te duur is of omdat er onenigheid is in de familie.
In landelijke gebieden is de zorg vaak intensiever en fysiek zwaarder, terwijl er minder gebruik wordt gemaakt van beschikbare hulp. Bovendien vinden veel verzorgers het aanvragen van hulp ingewikkeld en tijdrovend; minder dan een vijfde rondt het aanvraagproces succesvol af.
Toch voelen veel verzorgers zich ook goed over wat ze doen. De meeste krijgen steun van mensen om hen heen en merken dat de band met hun familie sterker wordt. Ze vinden technische hulp, zoals noodoproepen en contact via beeldbellen, handig tegen eenzaamheid. Ook vinden ze het belangrijk dat het huis goed is aangepast, bijvoorbeeld met een trapleuning of brede deuren.
Omdat veel mensen zich zorgen maken over ouder worden, denken steeds meer Spanjaarden na over later. Veel mensen hebben een verzekering afgesloten, hun huis aangepast of geregeld dat ze hulp krijgen als ze ziek worden of met pensioen gaan.