Veel mensen die op vakantie zijn in Spanje vragen zich af waarom de hitte daar anders aanvoelt dan thuis in Nederland of België. Ondanks vergelijkbare temperaturen ervaren we de warmte in Spanje vaak als minder benauwd of juist intensiever, afhankelijk van de locatie. Hoe komt dat?
Een belangrijk verschil zit in de luchtvochtigheid. In Nederland en België is het vaak vochtig en daardoor voelt een temperatuur van bijvoorbeeld 30 graden veel drukkender aan. In Spanje, met name in het binnenland, is de lucht veel droger. Daardoor kan je lichaam beter afkoelen door te zweten, wat de hitte draaglijker maakt.
Toch is het niet overal in Spanje droog. Aan de kust, zoals aan de Middellandse Zee of de Atlantische Oceaan, is de lucht vaak wel vochtig. Daar voelt de hitte weer anders aan: warmer en zweteriger, vergelijkbaar met wat we in België en Nederland gewend zijn. Vooral in steden als Valencia of Barcelona kan het door de combinatie van vocht en warmte erg broeierig worden.
In Spanje heeft deze benauwde, vochtige hitte zelfs een eigen naam: bochorno. Dit woord beschrijft de plakkerige, zwoele warmte die vooral in de zomer voorkomt aan de kust of na een zomerse regenbui. Bochorno zorgt ervoor dat je het gevoel hebt dat je geen kant op kunt met de warmte, vooral als er weinig wind is. Voor veel Spanjaarden is dit type hitte vermoeiender dan de droge warmte van het binnenland.
Ook speelt gewenning een grote rol. Spanjaarden zijn veel meer gewend aan hoge temperaturen. Huizen zijn gebouwd om koel te blijven en men past de dagindeling aan. In Nederland en België zijn huizen vaak juist ontworpen om warmte vast te houden, wat bij zomerse hitte funest is. Airco’s zijn in Spanje standaard, terwijl ze in de Lage Landen nog vaak ontbreken.
Tot slot is de zonkracht in Spanje vaak veel sterker dan in Noord-Europa. Je verbrandt sneller en de zon voelt feller aan, zelfs bij iets lagere temperaturen. Een goede bescherming tegen de zon is dan ook essentieel, ook als het kwik nog niet boven de 30 graden uitstijgt.