Een jaar na de verwoestende DANA-ramp die eind oktober 2024 vooral de provincie Valencia trof, waarbij 229 mensen omkwamen, is het gerechtelijk onderzoek nog steeds gaande. De onderzoeksrechter richt zich nu vooral op de late noodwaarschuwing ESAlert van het Regionaal Coördinatiecentrum (CECOPI). Slechts twee voormalige bestuurders van de regionale overheid blijven officieel aangeklaagd, maar ook de regionale premier wordt onderzocht op zijn betrokkenheid.
De rechter onderzoekt de rol van Salomé Pradas, destijds regionaal minister van Justitie en Binnenlandse Zaken, en Emilio Argüeso, toen secretaris van de noodhulpdiensten. Beiden worden verdacht van dood door nalatigheid en het veroorzaken van letsel door onvoorzichtig handelen.
Centraal in het onderzoek staat het moment waarop de noodwaarschuwing naar de bevolking werd gestuurd. De ESAlert werd pas om 20:11 uur verzonden, terwijl er al uren eerder meldingen waren van overstroomde riviertjes, zoals de barranco del Poyo. Volgens de rechter was de vertraging cruciaal, omdat veel slachtoffers verrast werden door plotselinge watermassa’s.
Andere mogelijke verantwoordelijken zijn voorlopig buiten beeld. De gedelegeerde van de centrale regering, Pilar Bernabé, de meteorologische dienst AEMET en de Confederación Hidrográfica del Júcar worden niet vervolgd, omdat er volgens de rechter geen bewijs is voor strafbare nalatigheid.
Wel blijft de naam van de huidige regionale premier, Carlos Mazón, in beeld. Het Hof van Valencia heeft aangegeven dat hij alsnog aangeklaagd kan worden als uit het lopende onderzoek blijkt dat hij medeverantwoordelijk was voor het falen van de crisisorganisatie.
De rechter benadrukt dat de regionale overheid verantwoordelijk was voor de civiele bescherming en op de hoogte was van de overstromingen. Toch bleef een onmiddellijke waarschuwing uit. Dat gebrek aan actie, stelt de rechter, droeg rechtstreeks bij aan de omvang van de tragedie en aan de 229 levens die verloren zijn gegaan.