In Spanje is er een groot tekort aan bouwvakkers, vooral jonge en goed opgeleide krachten. Volgens een recent rapport zijn er nu vier keer zoveel vacatures in de bouw als in 2016. Daardoor lukt het niet om genoeg huizen te bouwen. Er zijn dit jaar zo’n 600.000 woningen nodig, maar die worden waarschijnlijk niet op tijd gebouwd.
Op dit moment werkt slechts 6,8 % van alle werkenden in Spanje in de bouw. Dat was vroeger ruim 9 %, en tijdens de bouwhausse in 2007 zelfs bijna 14 %. Wat ook opvalt: meer dan de helft van de bouwvakkers is ouder dan 45 jaar. In andere sectoren zijn er veel minder oudere werknemers, wat de vergrijzing in de bouw extra duidelijk maakt.
Veel bouwvakkers hebben nauwelijks opleiding gehad. Daardoor kunnen ze minder efficiënt werken, wat zorgt voor vertraging op de bouwplaatsen. Een mogelijke oplossing is om buitenlandse arbeiders aan te trekken, iets waar de Spaanse overheid positief tegenover staat. Het idee dat buitenlanders banen afpakken, geldt al lang niet meer. Tegenwoordig zijn het juist vaak de buitenlanders die werk doen dat Spanjaarden niet meer willen doen.
De combinatie van een tekort aan mensen, vergrijzing en te weinig opleiding zorgt ervoor dat er te weinig en te traag gebouwd wordt. Zonder meer jonge mensen, betere opleidingen of buitenlandse hulp zal dit probleem blijven bestaan.
Het tekort aan bouwvakkers heeft grote gevolgen. Als er niet genoeg huizen worden gebouwd, blijft de woningnood in Spanje aanhouden. Vooral starters en jonge gezinnen hebben het dan moeilijk om een betaalbare woning te vinden. De schaarste aan woningen zorgt er bovendien voor dat de huizenprijzen blijven stijgen, wat ook huurprijzen onder druk zet.