In de afgelopen vier decennia hebben de media in Spanje een ingrijpende transformatie ondergaan. Het land bevindt zich nu in het digitale tijdperk, gekenmerkt door platforms, sociale media en de mogelijkheid voor individuen om direct informatie te delen. Deze evolutie heeft geleid tot een verschuiving waarbij traditionele media niet langer het monopolie op nieuwsvoorziening hebben. Steeds meer mensen verkrijgen hun informatie via online platforms, wat de noodzaak benadrukt om bestaande wetten aan te passen aan deze nieuwe realiteit.
De huidige Spaanse rectificatiewet, vastgelegd in de organieke wet 2/1984, biedt personen het recht om correcties te eisen wanneer onjuiste of valse informatie over hen wordt verspreid die schadelijk kan zijn. Deze wet is echter specifiek gericht op traditionele media en houdt geen rekening met de enorme invloed van sociale netwerken zoals Facebook, Instagram, X (voorheen Twitter), TikTok, WhatsApp en Telegram. In deze context kunnen individuen, waaronder publieke figuren en ‘influencers’, inhoud delen die zowel waarheidsgetrouw als misleidend of ronduit onjuist kan zijn, met een potentieel bereik van miljoenen gebruikers wereldwijd.
Om dit aan te pakken, heeft de Spaanse regering een hervorming van de rectificatiewet voorgesteld. Hoewel de exacte details van het wetsvoorstel nog niet zijn vrijgegeven, heeft minister Félix Bolaños aangegeven dat de focus zal liggen op gebruikers met een aanzienlijke invloed op sociale media. Concreet zullen personen met meer dan 100.000 volgers op één enkel platform of meer dan 200.000 volgers op meerdere platforms worden beschouwd als ‘gebruikers van bijzondere relevantie’. Deze classificatie plaatst hen op hetzelfde niveau als traditionele media, wat betekent dat ze verplicht zullen zijn om rectificaties te publiceren wanneer ze onjuiste informatie verspreiden.
Deze voorgestelde wijziging is een reactie op de groeiende invloed van ‘influencers’ op de publieke opinie. Ze genieten van vrijheid van meningsuiting en ondernemerschap, maar tot nu toe zonder dezelfde verantwoordelijkheden als traditionele media. Met de nieuwe wetgeving zullen ze dezelfde verplichtingen hebben, waaronder het respecteren van het recht op rectificatie.
Onder de huidige wet moet een persoon die meent dat er onjuiste informatie over hem of haar is gepubliceerd, binnen zeven dagen een verzoek tot rectificatie indienen bij het betreffende medium. Als dit verzoek wordt geweigerd, kan de persoon juridische stappen ondernemen, waarna een rechter een beslissing zal nemen na beide partijen te hebben gehoord. In de context van sociale media is er echter geen duidelijke verantwoordelijke, aangezien platforms doorgaans niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud die gebruikers plaatsen. De voorgestelde hervorming beoogt deze kloof te dichten door ‘influencers’ verantwoordelijk te houden voor de inhoud die ze delen en hen te verplichten om correcties te publiceren wanneer ze onjuiste informatie verspreiden.
Naast het uitbreiden van de huidige wet tot ‘influencers’, voorziet de hervorming ook in een verlenging van de termijn waarbinnen een rectificatie kan worden aangevraagd, van zeven naar tien dagen. Bovendien zullen er mechanismen worden geïntroduceerd om effectief contact op te nemen met deze invloedrijke gebruikers, zodat rectificaties tijdig en efficiënt kunnen worden doorgevoerd. Een ander belangrijk aspect van de hervorming is de uitbreiding van het recht op rectificatie voor nabestaanden van overledenen, waardoor niet alleen erfgenamen, maar ook naaste familieleden een correctie kunnen verzoeken over onjuiste informatie betreffende de overledene.
Hoewel de exacte details van de hervorming nog moeten worden uitgewerkt, is het duidelijk dat de Spaanse regering stappen onderneemt om de wetgeving aan te passen aan het digitale tijdperk. Door ‘influencers’ dezelfde verantwoordelijkheden op te leggen als traditionele media, wordt beoogd de verspreiding van desinformatie tegen te gaan en de rechten van individuen te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van onjuiste informatie.