In Spanje is bier onlosmakelijk verbonden met het sociale leven. Of het nu gaat om een terrasje met vrienden of een tapa aan de bar, een biertje hoort erbij. Maar de manier waarop Spanjaarden hun bier bestellen en drinken, verandert. De traditionele ‘caña’, een tapbier van ongeveer 200 ml, lijkt terrein te verliezen aan grotere formaten en nieuwe serveerstijlen, zoals het serveren van bier in wijnglazen.
Hoewel de ‘caña’ nog steeds de standaard is in veel delen van Spanje, verschilt de betekenis ervan per regio. In Madrid is een ‘caña’ meestal 200 ml, terwijl in het Baskenland dezelfde hoeveelheid als ‘zurito’ bekendstaat. In Aragón vraagt men om een ‘penalti’ voor een klein biertje, en in Salamanca of Valladolid wordt een ‘corto’ geserveerd in een glas van 100 tot 140 ml. In Galicië daarentegen verwijst ‘corto’ naar een grotere hoeveelheid, vergelijkbaar met de standaard ‘caña’.
Een opvallende trend is de opkomst van het serveren van bier in wijnglazen. In steden als Santiago de Compostela kiezen steeds meer bars ervoor om bier in glazen te serveren die traditioneel voor wijn worden gebruikt. Deze glazen zijn niet alleen gemakkelijker op te bergen, maar zouden ook de smaak en aroma’s van het bier beter behouden. Brouwerijen zoals Estrella Galicia promoten zelfs specifieke glazen voor verschillende biertypes, zoals fluitglazen, tulpen en kelken, afhankelijk van het bier.
Daarnaast is er een verschuiving zichtbaar in de voorkeur voor grotere porties. In Madrid, bijvoorbeeld, zijn veel bars overgestapt van de standaard ‘caña’ naar de ‘doble’, een grotere portie van ongeveer 400 ml. Deze verandering wordt deels gedreven door economische overwegingen; een ‘doble’ biedt meer bier voor een relatief lagere prijs per milliliter. Bovendien hebben toeristen vaak de voorkeur voor grotere glazen, wat de trend verder aanwakkert.
Maar hoe zit dat nu met de schuimlaag? De schuimlaag op een glas bier is veel meer dan een mooi randje: het speelt een cruciale rol in het vasthouden van aroma’s, het behouden van de juiste koolzuurverdeling en het beschermen van het bier tegen oxidatie. In Nederland en België is een stevige schuimlaag van ongeveer twee vingers hoog de standaard. Een goed getapt bier herken je aan die volle kraag, die niet alleen de geur en smaak ten goede komt, maar ook bijdraagt aan de presentatie. In België gaat men nog een stap verder: daar worden veel bieren geschonken in speciaal ontworpen glazen, precies afgestemd op het type bier en de schuimvorming. Dat is niet alleen traditie, maar pure bierbeleving.
In Spanje daarentegen ligt de nadruk juist op een snelle en verfrissende consumptie, waarbij het schuim vaak beperkt blijft tot een dun laagje. De populaire ‘caña’ wordt meestal snel getapt en meteen opgedronken, zonder veel aandacht voor de schuimstructuur. Een dikke schuimlaag wordt in Spanje soms zelfs gezien als een truc om minder bier te serveren, iets wat in België en Nederland als een misvatting zou worden beschouwd.