In Spanje zijn veel wegen bochtig en heuvelachtig vanwege de gevarieerde geografie van het land. Toch zijn er ook opmerkelijk rechte wegen te vinden. De langste rechte weg van Spanje bevindt zich op de N-301 en loopt tussen de gemeenten El Provencio (Cuenca) en Minaya (Albacete), in de autonome regio Castilla-La Mancha. Dit bijzondere stuk asfalt is maar liefst 23 kilometer lang zonder ook maar één bocht.
De N-301 is een 403 km lange nationale weg die oorspronkelijk Ocaña (Toledo) verbindt met Cartagena (Murcia). Het gedeelte tussen El Provencio en Minaya steekt de eindeloze vlakte van de Spaanse meseta over, een uitgestrekt gebied waar het landschap nauwelijks hoogteverschillen kent. Hierdoor is het mogelijk om zulke lange, rechte stukken weg aan te leggen.
Hoewel deze weg uniek is vanwege zijn lengte en rechte verloop, zijn er in Spanje nog meer opvallend rechte wegen. Zo is er bijvoorbeeld de BA-035 in de provincie Badajoz, ook wel bekend als de “Carretera de la Golondrina”, en de A-222 in Aragón, waar zich een 17 kilometer lange rechte sectie bevindt tussen de dorpen Belchite en Mediana de Aragón. Dit soort wegen zijn zeldzaam in een land dat grotendeels wordt gekenmerkt door bergachtige gebieden en kronkelige routes.
Lange rechte wegen kunnen voor automobilisten echter ook risico’s met zich meebrengen. De monotonie van het uitzicht en het ontbreken van bochten kunnen leiden tot concentratieverlies, vermoeidheid en zelfs gevaarlijke situaties door overdreven snelheid. Experts wijzen erop dat dit soort wegen vaak onderschat worden en dat bestuurders extra alert moeten zijn om ongelukken te voorkomen.
Naast hun bijzondere geografische kenmerken kunnen deze lange rechte wegen ook aantrekkelijk zijn voor toeristen en liefhebbers van autorijden. Ze bieden een zeldzame rijervaring in Spanje, waarbij het uitzicht zich kilometerslang ongehinderd voor je uitstrekt. Voor wie van rustige, rechte wegen houdt, is dit stuk van de N-301 zeker een interessante route om eens te rijden.