Spanje heeft 600.000 nieuwe huizen nodig, maar die komen er niet snel genoeg. In 2024 werden er 127.000 bouwvergunningen gegeven. Dat is iets meer dan in 2023, maar nog lang niet genoeg om het grote tekort op te lossen.
Er zijn meerdere problemen. Ten eerste is er in steden weinig ruimte om nieuwe huizen te bouwen. Ten tweede is er een groot tekort aan mensen die in de bouw werken. Er zouden wel 700.000 extra bouwvakkers nodig zijn. Veel mensen zijn na de economische crisis van 2008 gestopt met werken in de bouw en zijn niet teruggekomen.
Ook is bouwen duurder geworden. Materialen zoals beton en hout zijn in prijs gestegen. Daardoor wordt het voor bouwbedrijven minder aantrekkelijk om nieuwe huizen te bouwen, omdat ze minder winst maken.
Daarnaast kost het aanvragen van bouwvergunningen vaak veel tijd. Soms moeten bedrijven jaren wachten op goedkeuring van hun plannen. De bouwbedrijven vinden dat deze regels sneller en makkelijker moeten worden, zodat er sneller gebouwd kan worden.
Het woningtekort zorgt voor problemen. Vooral jongeren en gezinnen met weinig geld kunnen moeilijk een huis vinden. Daardoor wonen soms meerdere mensen in te kleine huizen. Ook worden huurprijzen hoger, omdat er weinig aanbod is. Dit heeft invloed op de hele economie, omdat mensen moeilijker kunnen verhuizen voor werk.
Om het probleem op te lossen, zegt de bouwbedrijven dat de overheid en bedrijven beter moeten samenwerken. Ze moeten samen geld investeren in grote bouwprojecten. Ook moeten er meer mensen worden opgeleid om in de bouw te werken. Mensen die nu geen werk hebben, kunnen misschien worden omgeschoold.
Een andere oplossing is om lege gebouwen, zoals oude kantoren, om te bouwen tot woningen. Dat is sneller en vaak goedkoper dan nieuwe huizen bouwen.
Tot slot denken bouwbedrijven dat er meer gebruik moet worden gemaakt van nieuwe technieken. Bijvoorbeeld huizen die in fabrieken worden gemaakt en daarna snel opgebouwd kunnen worden. Ook digitale hulpmiddelen kunnen helpen om het bouwen sneller en goedkoper te maken.