INTRO: Elke woensdag kun je ‘iets’ verwachten van onze taalbegeleidster Cintha van Marrewijk. Zij heeft de afgelopen twaalf maanden 300 gratis lessen Spaans geschonken aan alle lezers van SpanjeVandaag, maar nu is het tijd om iets over het leven in Spanje en aanverwante onderwerpen uit te leggen. Een Spaanse gewoonte, een gebruik. Iets actueels, een verhaal of een miércoles de las palabrotas. Elke week een Spaanse verrassing van Cintha – Dien vooral je vraag of verzoek in via info@supergoedspaansleren.nl
Wil je graag 1 t/m 300 Spaanse lesjes in 1 mooi e-book 300 Palabras Españolas van 185 blz. + nog wat e-books cadeau. Pak deze superaanbieding https://winkel.supergoedspaansleren.nl/checkout/ebook
La Palabra Española 87
We gaan even reizen:
- ¿A cuántos kilometros está el aeropuerto? – uitspraak: a kwantos kilometros esta el airopwerto? – Hoeveel kilometer is het vliegveld hier vandaan.
- A que distancia está el aeropuerto – uitspraak: a kè distancia (slissende c) esta el airopwerto? – Op welke afstand is het vliegveld.
- ¿Cuánto cuesta ir con un taxi al aeropuerto? – uitspraak: kwanto kwesta ier kon oen taxi al airopwerto? – Hoeveel kost het om met een taxi naar het vliegveld te gaan? Zeg niet Cuánto costa, dit hoor ik zo vaak en dan moet ik altijd vreselijk lachen, want dan weet je gewoon dat het Nederlanders zijn. La costa is de kust. En de vraag is altijd cuánto cuesta…….. En natuurlijk kun je ook gebruiken: cuánto vale – uitspraak kwanto bale – hoeveel is het waard letterlijk. Of cuánto es – uitspraak: kwanto es – hoeveel is het.
- Buen viaje – uitspraak: bween biejagge – goede reis
La Palabra Española 88
El día de las palabrotas. De dag van de scheldwoorden, maar ook uitdrukkingen. Gewoon zodat je weet wat de Spanjaarden zeggen. Hebben we het over reizen. Wat wordt vaak gezegd als jij op vakantie gaat.
- Traeme algo bonito – uitspraak: traaime algo bonito – Breng iets moois voor mij mee.
- ¿Qué tal las vacaciones?…. Muy cortas, tío – uitspraak: kè tal las bakacjones.. moei kortas tio – Hoe was de vakantie? ….Heel kort jongen.
- ¿Qué hay ahí para visitar? – uitspraak: kè aai aaiie para bisitar – Wat is daar te bezoeken?
La Palabra Española 89
Verder reizen met extra woordenschat voor het vliegtuig:
- Billetes de embarque – uitspraak: biejettes de embarke – instapkaarten
- Equipaje de mano – uitspraak: ekiepagge de mano – handbagage
- Las maletas – uitspraak: las maletas – de koffers
- La salida – uitspraak: la salieda – de uitgang
- La entrada – uitspraak: la entrada – de ingang
- Asiento de pasillo – uitspraak asjento de pasiejo – zitplaats aan het gangpad
- Asiento de ventanilla – uitspraak: asjento de bentanieja – zitplaats aan het raampje
Maak een paar mooie zinnen met bovenstaande woorden in de Besloten Facebook Groep www.facebook.com/groups/gratisspaanselessen, dan help ik je even mee.
La Palabra Española 90
Oefening: Vertaal deze Spaanse zinnen over reizen in het Nederlands
- ¿Qué necesito para pasar por la aduana?
- ¿Tiene usted algo que declarar?
- ¿Está usted de vacaciones en España?
- Perdón. ¿Llega el vuelo a tiempo?
- Por favor, quiero hacer una reserva en su hotel.
- Por favor, ¿con quién tengo que hablar para hacer una reserva?
- Quiero comprar este ……(vul in wat je graag wilt kopen). ¿Cuánto cuesta?
- ¿A qué hora sirven la cena?
La Palabra Española 91
Antwoord oefening hierboven. Vertaal deze Spaanse zinnen over reizen in het Nederlands
- ¿Qué necesito para pasar por la aduana? – Wat heb ik nodig om door de douane te gaan?
- ¿Tiene usted algo que declarar? – Heeft u iets aan te geven?
- ¿Está usted de vacaciones en España? – Bent u op vakantie in Spanje?
- Perdón. ¿Llega el vuelo a tiempo? – Pardon, komt de vlucht op tijd?
- Por favor, quiero hacer una reserva en su hotel. – Ik wil een reservering maken in uw hotel alsjeblieft.
- Por favor, ¿con quién tengo que hablar para hacer una reserva? – Met wie moet ik praten om een reservering te maken alsjeblieft?
- Quiero comprar este ……(vul in wat je graag wilt kopen). ¿Cuánto cuesta? – Ik wil deze ……kopen. Hoeveel kost het?
- ¿A qué hora sirven la cena? – Om hoe laat wordt het diner geserveerd?
La Palabra Española 92
2 weken geleden oefenden we het verschil tussen BIEN en BUENO, allebei de woorden betekenen goed. Bien gebruik je bij werkwoorden en bueno is een bijvoeglijk naamwoord en hoort dus bij een zelfstandig naamwoord.
Bij de oefening waarbij je een keuze moest maken tussen BIEN of BUENO, stond de vraag: Es muy …bueno…….saber las respuestas. Sommige mensen vonden dit verwarrend en dat snap ik, want je zou zeggen met betrekking op het werkwoord gebruik je bien. MAAR dit is een uitzondering.
Bij het werkwoord SER moet je altijd buen/o/a/os/as gebruiken. Hiermee bedoel ik je dat bueno aan moet passen aan mannelijk of vrouwelijk en meervoud.
Onthoud: SER + BUENO
- Beber 1 litro de agua al día es bueno.
- María es buena pero tiene mucho carácter.
Veel gemaakte fouten
- ¿Cómo estás? –> Soy bien, gracias. FOUT
- Si es bien. Dit kun je NOOIT zeggen. Si está bien is correct.
De combinatie SER + BIEN is een grammaticale fout. Correct is SER + BUENO:
- ¿Cómo estás? –> Estoy bien, gracias.
- Es bueno saber las respuestas.
Wil je graag 1 t/m 300 Spaanse lesjes in 1 mooi e-book 300 Palabras Españolas van 185 blz. + nog wat e-books cadeau. Pak deze superaanbieding https://winkel.supergoedspaansleren.nl/checkout/ebook dit boek kun je downloaden en altijd gebruiken wanneer het jou uitkomt.
Makkelijk en snel Spaans leren met SuperGoedSpaansLeren.nl: Baal jij ook dat je niet alles makkelijk kunt regelen in het Spaans. 25 jaar geleden leerde Cintha Spaans in 4 maanden. Dat is voor jou ook mogelijk, een NIEUWE leuke lesmethode, waardoor jij in simpele stappen gegarandeerd Spaans praat in een korte tijd. MEER INFORMATIE.