Veel lezers spreken, schrijven en begrijpen het Spaans waarschijnlijk al maar er zullen ongetwijfeld ook veel lezers zijn die de Spaanse taal nog niet zo goed of helemaal niet onder de knie hebben. Daarom behandelen we in samenwerking met Supergoed Spaans Leren elke dag een Spaans woord, gezegde of zin en geven daarbij de juiste uitspraak. Doe je ook mee!
Deze ‘palabras españolas’ ofwel Spaanse woorden zijn gebaseerd op het castellano (uitspraak: kastejano – castiliaans), het zogenaamde algemeen beschaafd Spaans. Het komt erg vaak voor dat een Spaans woord diverse betekenissen heeft of in andere hoedanigheid gebruikt kan worden.
Jouw taalbegeleidster is Cintha van Marrewijk en zij leert iedereen snel en makkelijk Spaans via www.supergoedspaansleren.nl
Donderdag 1 oktober
El jueves 1 de octubre 2020
uitspraak: el gwebes oeno de oktoebre dosmielbeente
Vorige week had ik weer een aantal examens nagekeken van Beginners en Semi-Gevorderden. Sommige fouten zie ik vaak voorbij komen. Deze deel ik even met je.
Het tegenovergestelde van mucho is poco en niet menos.
- Mucho – uitspraak: moetjo – veel
- Poco – uitspraak: pokko – weinig / een beetje
- Menos – uitspraak: menos – minder
- Más – uitspraak: mas – meer
Por ejemplo: uitspraak por egemplo – Bijvoorbeeld:
- Tengo menos coches que mi vecino. Uitspraak: tengo menos kotjes kè mi becino (slissende c). Ik heb minder auto´s dan mijn buurman.
- Tengo más preguntas – uitspraak: tengo mas pregoentas (g – zachte k) – ik heb meer vragen
- Tengo mucho trabajo. – uitspraak: tengo moetjo trabaggo – ik heb veel werk
- Tengo poco dinero – uitspraak: tengo pokko dinero – ik heb weinig / een beetje geld