MADRID – Zoals de afgelopen dagen alom is gemeld, lopen Nederland en Duitsland voorop in de groep van landen die weigeren de Europese Unie toe te staan de effecten van het coronavirus op de Europese economie gezamenlijk aan te pakken. Ze hebben er alle recht toe, maar het lijkt niet erg te stroken met het lidmaatschap van een economische en monetaire unie. De argumenten die hun standpunt rechtvaardigen zijn evenmin acceptabel.
Onderstaand is een vertaling van een Spaans artikel geschreven door hoogleraar Toegepaste Economische Wetenschappen Juan Torres López dat geplaatst is in de Spaanse krant Público. Lees het Spaanse artikel HIER. Het ons toegezonden artikel is vertaald door Sandra Berbee.
De uitspraken van de Nederlandse minister van Financiën, Wopke Hoekstra, waren bijzonder hard. Hij stelt enerzijds dat als er een gemeenschappelijke schuld zou worden uitgegeven, ondertekend door alle landen (euro-obligaties), de landen in het Zuiden, die naar zijn mening hun financiële verplichtingen niet naar behoren zijn nagekomen, een probleem van moreel risico zouden opleveren voor de landen in het Noorden die wel al hun verplichtingen zijn nagekomen.
Wij economen noemen het moral hazard wanneer een agent informatie heeft, de gevolgen van zijn handelingen voor anderen kent en deze toch uitvoert om er voordeel uit te halen. Met andere woorden, de Nederlandse minister is van mening dat als Spanje, Italië of Portugal weten dat de rest van de EU gezamenlijk hun schulden op zich zal nemen, ze meer schulden zullen maken dan ze zouden moeten.
Dit is iets wat natuurlijk zou kunnen gebeuren en moet worden vermeden in een economische unie, maar om dit argument naar voren te brengen wanneer de oorzaak van de schuld van de landen in de periferie een gezondheidscrisis is, die ook de landen in het Noorden treft, is op zijn minst een duidelijk teken van cynisme.
Het valt nog te bezien of de kosten van de pandemie in sommige landen uiteindelijk hoger zullen uitvallen dan in andere en de redenen voor de verschillen die zich kunnen voordoen, moeten te zijner tijd worden geanalyseerd en er zal dienovereenkomstig gehandeld moeten worden. Bij voorbaat lijkt het echter niet nauwkeurig om te denken dat de uitgaven van sommige landen inefficiënter zullen zijn dan die van andere. En als het op dit moment anders is, denk ik niet dat het te wijten is aan een kwestie van efficiëntie of de capaciteit om goed te besteden, zoals de Nederlandse minister zegt.
In feite lijkt het onvermijdelijk dat er in landen als Italië of Spanje meer geld nodig is voor de pandemie als we bedenken dat de ouderen hier in het ziekenhuis worden opgenomen, terwijl ze in Nederland al veroordeeld zijn en thuis sterven. Of omdat de strategie die daar wordt gevolgd die van het bereiken van “kudde-immuniteit” is, wat betekent dat er een veel lager percentage tests moet worden uitgevoerd op de totale bevolking, een alternatief waarvan we niet weten wat de kosten zullen zijn op de middellange en lange termijn, niet alleen financieel maar ook in termen van mensenlevens.
Eerlijk gezegd ben ik er niet zeker van dat minder uitgeven om het leven van je grootouders te redden een superieure of meer voorbeeldige manier is om beschikbare middelen in te zetten.
Een tweede argument dat de Nederlandse minister nu gebruikt is al een oude bekende van het verhaal dat de Europese politiek domineert: de landen in de periferie, de “pigs” (PIGS in het Engels, verwijzend naar Portugal, Italië, Griekenland en Spanje) zijn van nature corrupt en verspillen het geld van de belastingbetaler. Een andere Nederlandse minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, zei in maart 2017 dat de landen in het zuiden al hun geld uitgeven “aan drank en vrouwen en dan om hulp vragen”. En dat is de minister van een land dat prostituees in etalages tentoonstelt.
Ik ga niet ontkennen dat er in Spanje geen corruptie is. Beschaamd probeer ik het al mijn hele leven te bestrijden. Maar dat is één ding. Iets anders is toe te geven dat het alleen bestaat in onze zuidelijke landen.
Natuurlijk is er corruptie In Spanje. Eén daarvan is de “retail of kleinschalige corruptie”, die vóórkomt onder de politieke klasse. We weten dat ons vorige staatshoofd ook een ordinaire steekpenning-ontvanger was. Dit is echter niet de belangrijkste corruptie. Als er zoveel gepraat wordt over politieke corruptie, alsof het de enige zou zijn, dan is het om die andere zwaardere corruptie te verdoezelen.
Wat corrupte politici verkrijgen is slechts een fooi vergeleken met de grote winsten die worden behaald door corruptie in de bouw van luchthavens zonder vliegtuigen, snelwegen zonder auto’s, onnodige faraonische havens, activiteiten in financiële engineering, enz. door grote bedrijven, banken en investeringsfondsen, die voor een groot deel juist uit Noord-Europese landen zoals Duitsland en Nederland komen. De speculatieve luchtbellen in Europa zijn voornamelijk gefinancierd door Duitse en Nederlandse banken. Overigens ten koste van het niet gebruiken van dit kapitaal voor de ontwikkeling van hun eigen economie. Grote corruptie is al lang aanwezig in landen als Duitsland en Nederland.
Duitsland heeft zich kunnen ontwikkelen tot een grote exportmacht, onder andere dankzij steekpenningen, een praktijk die zo gebruikelijk is bij grote bedrijven, dat deze tot enkele jaren geleden zelfs fiscaal aftrekbaar was. Alleen al bij de gigant Siemens zijn onregelmatige transacties ontdekt ter waarde van zo’n 420 miljard euro. Volkswagen heeft miljoenen klanten bedrogen met het dieselmotorschandaal; veel grote Duitse bedrijven zoals onder andere Deutsche Bank, Vodafone, Deutsche Telekom of Deutsche Post zijn ook betrokken geweest bij grote schandalen en de zogenaamde grootste belastingfraude in de Europese geschiedenis, de Cum-Ex-zaak, werd in Duitsland georganiseerd.
En hoe zit het met Nederland, afgezien van het feit dat hun grote bank ING multi-miljoenen dollars boetes heeft moeten betalen voor het witwassen van geld? Is dat niet een andere vorm van corruptie, eleganter als je wilt, hoewel met evenveel of zelfs schadelijkere gevolgen in andere opzichten? En was wat sommige Nederlandse multinationals deden tijdens de apartheid in Zuid-Afrika geen corruptie van de meest criminele soort?
Is het soms geen corruptie dat Nederland een echt belastingparadijs is geworden, dat grote bedrijven in staat stelt belasting te ontduiken in de landen waar ze actief zijn?
Kan men zeggen dat er in Nederland geen sprake is van corruptie en dat overheidsmiddelen eerlijk worden gebruikt als het land zich aanbiedt als steun voor financiële technieken die de schatkisten van andere staten ondermijnen? Is het stelen van eigen geld corruptie en het toestaan van stelen van geld van anderen, zoals Nederland doet, niet?
Uit een recente studie, gepubliceerd in een tijdschrift van het Internationaal Monetair Fonds, blijkt dat de helft van de fictieve investeringen in de wereld in Nederland en Luxemburg plaatsvinden. Dit zijn geen reële investeringen. Ze staan slechts in de boekhouding van bedrijven om belastingen te ontduiken. In Spanje wordt geschat dat de grote multinationals zo’n 13,5 miljard euro aan belastingen ontduiken dankzij het bestaan van landen als Nederland, die de mogelijkheid bieden om deze belastingen te ontduiken.
Met welk recht en op welke basis diskwalificeert de Nederlandse minister de landen van Zuid-Europa vanwege het hebben van meer schulden, wanneer zijn eigen land één van de grote faciliteerders is van de belastingontduiking die de schatkisten van diezelfde zuidelijke staten ruïneert? Volgens het rapport Uncovering Offshore Financial Centers: Conduits and Sinks in the Global Corporate Ownership Network uit 2017, is Nederland de grootste wereldwijde aanbieder van belastingontduikingsdiensten op onze planeet.
Met welke morele kracht kan een land over efficiëntie in het gebruik van publieke middelen spreken, als ze zelf naam geeft aan de “Nederlandse (Dutch) Sandwich”, niet bepaald een culinair genot maar wel één van de meest verfijnde witwaspraktijken?
Hoe kunnen de leiders van een land dat de noodzakelijke poort is voor het financiële terrorisme van onze tijd, dat landen, bedrijven en de productieve economie van de planeet ruïneert, lessen geven over financiële degelijkheid?
En de Nederlandse minister vergeet dat als de landen van het Noorden grote overschotten kunnen accumuleren, dat komt omdat ze de eurozone een pervers besturingssysteem hebben opgelegd, dat geen goede aanpassingsmechanismen kent, zodat landen als Nederland of Duitsland buffers kunnen opbouwen, niet alleen omdat ze rijker en misschien wel efficiënter zijn, maar ook omdat ze spelen met het voordeel dat ze een club hebben opgericht waar de regels ongelijken op gelijke wijze behandelen.
De Noord-Europese landen, met Duitsland en Nederland als koplopers, spelen vals. Zij profiteren van de euro doordat deze is ingevoerd zonder Europese schatkist, zonder regels die een effectieve aanpassing van de onevenwichtigheden voorkomen en zonder beschermingsmechanismen tegen schokken, zoals bijvoorbeeld een pandemie, die asymmetrische effecten tussen de lidstaten teweegbrengt. Ze hebben de belangrijkste bedrijven in de Europese periferie opgekocht tegen een spotprijs, leven van de export naar deze landen, financieren en profiteren van bubbels zoals de vastgoedzeepbel in Spanje en daar bovenop beschuldigen ze ons van verkwisting.
De Nederlandse minister heeft de Europese Commissie gevraagd te rapporteren waarom sommige EU-landen de afgelopen jaren financiële reserves hebben opgebouwd en andere niet. Onbegrijpelijk, want elke derdejaarsstudent economie weet dat dit onvermijdelijk is wanneer een monetaire unie, zoals de euro, opzettelijk slecht is opgezet. Robert Mundell kreeg de Bank of Sweden’s Economics Prize (gelijk aan de Nobelprijs) voor het feit dat hij dit bijna zestig jaar geleden, in 1961, heeft bewezen en het is moeilijk te geloven dat een minister van Financiën dit niet weet en naar het antwoord moet vragen.
De minister heeft deze keer niet gezegd dat wij Spanjaarden, net als de rest van de burgers in Zuid-Europese landen, lui zijn en niets meer ambiëren dan feesten en siësta’s, ook al werken we gemiddeld 272 uur per jaar meer dan de Nederlanders.
De Nederlandse en Duitse leiders hebben reden om hun mond te houden. Wij Spanjaarden mogen onze vele gebreken niet verbergen, waaronder het onze corrupte elites te hebben toegestaan om zoveel van onze rijkdommen aan Duitse en Nederlandse bedrijven over te dragen of te verkopen, of te hebben toegestaan in de euro te worden opgenomen zonder een objectieve beoordeling te maken en zonder een debat over de voor- en nadelen ervan. Maar wat we niet kunnen toestaan is dat de leiders van die landen ons beledigen op de manier waarop ze dat hebben gedaan. De president van Portugal, Antonio Costa, heeft het heel duidelijk gezegd: “de uitspraken van de Nederlandse minister zijn walgelijk”. Hij heeft helemaal gelijk.
Nederland heeft, net als Duitsland, veel dingen waar we in andere Europese landen een voorbeeld aan kunnen nemen en van moeten leren. Hun supremacisme en arrogantie van de laatste tijd zijn echter onaanvaardbaar en naar mijn mening ongerechtvaardigd. Het is shockerend dat Nederland de morele gids van Europa wil zijn, terwijl het (wel al zieke) ouderen thuis laat sterven zonder ziekenhuiszorg omdat ze te oud zijn, en ons de les leest over financieel fatsoen, terwijl het zelf een belastingparadijs is. Dit betekent dat de Europese Unie een ernstig probleem heeft en we ons moeten afvragen of het de moeite waard is om partner te zijn van een land dat woorden als samenwerking of solidariteit niet uit kan spreken.
AUTEUR: Juan Torres López is hoogleraar Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Sevilla. Hij heeft duizenden opinieartikelen en talrijke boeken gepubliceerd over de economische realiteit, waaronder vele bestsellers.
VERTALING: Sandra Berbee (Málaga)
BRON: Público