Het nieuwste rapport van GRECO, het anticorruptieorgaan van de Raad van Europa, laat zien dat Spanje nog altijd achterloopt op het gebied van integriteit. Sinds 2019 heeft het land geen van de 19 voorgestelde maatregelen volledig doorgevoerd. Zestien zijn slechts gedeeltelijk ingevoerd, terwijl drie helemaal genegeerd zijn.
Een van de grootste kritiekpunten in het rapport van GRECO betreft het gebrek aan transparantie rond overheidsadviseurs. In tegenstelling tot hoge ambtenaren is er bij deze groep geen sprake van openheid over taken, benoemingen of vergoedingen. Hoewel er plannen bestaan voor een nieuwe wet op open bestuur, is die nog altijd niet goedgekeurd.
Daarnaast blijft het afschaffen of beperken van “aforamientos” uit. Deze juridische immuniteit voor politici bemoeilijkt de strafrechtelijke vervolging van corruptiezaken. Sinds 2019 ligt er een voorstel op tafel, maar het is nog niet in stemming gebracht in het parlement.
Ook schiet de Nationale Politie tekort. Waar de Guardia Civil wel stappen heeft gezet met een eigen anticorruptieplan, ontbreekt een soortgelijk initiatief bij de Policía Nacional. GRECO benadrukt dat dit wijst op een gebrek aan bereidheid om intern schoon schip te maken.
Er zijn wel enkele pogingen gedaan tot verbetering, zoals een wetsvoorstel over lobby regulering dat al door de ministerraad is goedgekeurd. Toch ontbreken verplichtingen zoals het openbaar maken van vergaderagenda’s, waardoor GRECO ook hierover kritisch blijft.
Als Spanje voor 30 juni 2026 geen concrete vooruitgang boekt, kan de Raad van Europa diplomatieke druk uitoefenen of inspectiebezoeken instellen. De Spaanse regering benadrukt dat het merendeel van de aanbevelingen deels is opgevolgd en wijst op lopende wetgevingsprojecten, maar volledige naleving blijft uit.