De afgelopen jaren heeft Spanje, zoals veel andere landen, te maken gehad met hoge inflatie. Dit heeft grote impact gehad op de economie en het dagelijks leven van de Spanjaarden. In augustus lijkt het inflatiecijfer redelijk stabiel, maar boodschappen blijven nog steeds drie keer zo duur.
De recente inflatiegolf in Spanje heeft het land en haae inwoners voor flinke uitdagingen geplaatst. Hoewel de laatste cijfers suggereren dat de hoogste punten van de inflatie misschien voorbij zijn, zijn de gevolgen nog steeds goed voelbaar in de economie. De nieuwste inflatiecijfers in Spanje geven een gematigd beeld weer.
In augustus steeg het prijspeil met 2,2% op jaarbasis, wat dicht in de buurt komt van de 2% die de Europese Centrale Bank (ECB) als streefcijfer hanteert. Dit suggereert dat de ergste inflatiedruk in Spanje mogelijk voorbij is. Economen waarschuwen echter dat het te vroeg is om de overwinning uit te roepen. Verwacht wordt dat de inflatie aan het einde van het jaar weer licht zal stijgen.
De inflatie heeft niet alle sectoren van de Spaanse economie gelijk getroffen. De voedselsector werd bijzonder hard geraakt, met prijsstijgingen van wel 30% voor sommige basisproducten. Olijfolie, suiker en aardappelen behoren tot de producten die het sterkst in prijs zijn gestegen.
De toerismesector zag eveneens forse prijsstijgingen, met hotelkamers die nu gemiddeld 53% duurder zijn dan drie jaar geleden. Andere sectoren die bovengemiddelde prijsstijgingen lieten zien zijn de automarkt voor tweedehands voertuigen en diensten zoals streamingplatforms.
De stijgende inflatie heeft een aanzienlijke impact gehad op de levenskosten in Spanje. Hoewel de inflatiecijfers nu lijken te stabiliseren, zijn de gevolgen van de prijsstijgingen nog steeds merkbaar in het dagelijks leven van de Spanjaarden.
De koopkracht van de gemiddelde Spanjaard is de afgelopen jaren daardoor onder druk komen te staan. Terwijl de consumentenprijzen in de afgelopen drie jaar met 16,5% zijn gestegen, zijn de lonen slechts met ongeveer 15,7% toegenomen. Dit betekent dat de meeste mensen er in reële termen op achteruit zijn gegaan.
De kloof tussen prijsstijgingen en loongroei is vooral zichtbaar bij basisbehoeften zoals voedsel, waar de prijzen met gemiddeld 30% zijn gestegen. Dit treft vooral huishoudens met lagere inkomens, die een groter deel van hun budget aan deze noodzakelijke uitgaven besteden.