90 jaar geleden kreeg Spanje universeel stemrecht en mochten vrouwen stemmen

90 jaar geleden kreeg Spanje universeel stemrecht en mochten vrouwen stemmen
beeld: Clara Campoamor / Wikimedia
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MADRID – Op 1 oktober 2021 was het in Spanje precies 90 jaar geleden dat het universele stemrecht werd ingevoerd. Voor het eerst in de geschiedenis van het moderne Spanje, mochten na 1931 toen ook vrouwen naar de stembus trekken. De befaamde advocate Clara Campoamor speelde daar een sleutelrol in.

Clara Campoamor verdedigde al jaren de rechten van de vrouw in Spanje. Op 1 oktober 1931 bereikte ze samen met andere partijen het universele stemrecht. Samen met Victoria Kent hield ze een debat voor het hooggerechtshof. Bij de republikeinse partijen bracht dat nervositeit teweeg, omdat die vreesden dat de vrouwen massaal voor de kerk zouden stemmen. Uiteindelijk won Campoamor de stemming met 161 stemmen vóór, en 121 tegen.

Campoamor’s historische discours vroeg erkenning voor de inzet van de vrouw in de republiek. “Hebben de vrouwen dan niet ook voor deze republiek gevochten?”, vroeg ze. “Erkennen we hun capaciteiten niet wanneer we de arbeidersvrouwen en de academische vrouwen lauweren?”

En toen sprak ze de beroemde woorden. “Ik, heren afgevaardigden, voel me Burger eerder dan vrouw, en ik heb het gevoel dat het een grote politieke fout zou zijn de vrouw uit te sluiten van het stemrecht, de vrouw die op jullie wacht en jullie vertrouwt, de vrouw die, zoals bij andere nieuwe krachten in de Franse revolutie gebeurde, zonder twijfel een nieuwe kracht zal zijn wanneer jullie haar op weg helpen.” 

Campoamor eindigde met klare taal. “Bega geen historische fout die jullie misschien zelfs niet kunnen betreuren; jullie zullen nooit genoeg tijd hebben om te rouwen dat je de vrouw aan de rand van de republiek liet staan, die nieuwe kracht, die jonge kracht, die liefde en steun bood aan de mannen in gevangenschap; die in vele gevallen net zoals jullie geleden heeft, en vol verlangen is.”

Bij de eerste verkiezingen na 1931 konden vrouwen voor het eerst naar de stembus gaan in Spanje, dat gebeurde op 19 november 1933. Anno 2021 bestaat de Spaanse socialistische coalitieregering uit meer vrouwelijke dan mannelijke ministers. In het Congres van Afgevaardigden zitten nu 152 vrouwelijke parlementariërs (van de 350) en de Senaat heeft 103 vrouwelijke congresleden.

Ter vergelijking: Spanje kreeg in 1931 vrouwenkiesrecht, iets wat in 1919 gebeurde in Nederland, net zoals in Luxemburg terwijl het jaar daarvoor in 1918 vrouwen in Duitsland en Oostenrijk naar de stembus mochten gaan. Vrouwen in België moesten tot 1920 wachten om gemeentelijk kiesrecht te krijgen maar voor alle verkiezingen moesten de vrouwen nog tot 1948 wachten in België. (Bron: Wikipedia.org)