Volgens nieuwe gegevens van het Spaanse statistiekbureau (INE) zal in 2045 bijna 30 procent van de Spaanse bevolking ouder zijn dan 65 jaar. Dat betekent dat het land tegen die tijd zo’n 16 miljoen ouderen zal tellen, een aantal dat nu rond de 10 miljoen is. Demografen waarschuwen dat Spanje op weg is naar een structureel vergrijsde samenleving, met grote gevolgen voor zorg, pensioenen en de economie.
De hoge levensverwachting speelt daarbij een belangrijke rol. In 2023 lag die al op bijna 84 jaar voor mannen en ruim 86 jaar voor vrouwen, een van de hoogste cijfers in Europa. Tegelijkertijd stromen de babyboomers – geboren tussen 1958 en 1975 – de komende jaren massaal de groep 65-plussers binnen.
Volgens Cadena SER betekent dit een “demografische omwenteling” die de samenleving diep zal beïnvloeden. Hij noemt de huidige situatie zelfs een “demografische catastrofe” als er geen duidelijke beleidsmaatregelen volgen om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen.
Een van de grootste zorgen is de zorgwet voor afhankelijke ouderen, de zogenaamde ‘Ley de Dependencia’. Deze wet moet hulp garanderen aan mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, maar kampt met ernstige vertragingen. De gemiddelde wachttijd voor hulp bedraagt nu 334 dagen, terwijl dat wettelijk maximaal 180 dagen mag zijn. In sommige regio’s wachten mensen zelfs langer dan een jaar.
Dagelijks overlijden volgens cijfers van de sector ongeveer 90 mensen die wel hulp hebben aangevraagd, maar die nooit hebben gekregen. De vergrijzing maakt deze situatie nog schrijnender, want de vraag naar zorg en ondersteuning zal de komende twintig jaar alleen maar toenemen.
Experts waarschuwen dat Spanje snel moet handelen om de zorg en het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Zonder hervormingen zal het land in 2045 niet alleen een van de oudste, maar ook een van de kwetsbaarste samenlevingen van Europa zijn.
