Eind deze maand is het weer zover in Barcelona. Dan viert de miljoenenstad de fiestas de la Madre de Déu de la Mercè, één van de patroonheiligen van de stad. Traditioneel gaat dat feest jammer genoeg ook gepaard met de nodige problemen. Om alles in goede banen te leiden, ontplooit de stad een klein leger aan ordehandhavers.
De feesten van La Mercè zijn in de eerste plaats een waar plezier. De traditie staat bekend omwille van haar reuzen, de honderden concerten en de lange nachten zonder slaap. Tussen 20 en 24 september staat een groot deel van de stad op zijn kop.
En dat mag je ook letterlijk nemen. De grote groepen mensen, de drukte en de vele botellones (in groepsverband alcohol drinken op straat) zijn voor vele inwoners ook een storende factor. Ook vechtpartijen en criminaliteit maken de laatste jaren traditioneel deel uit van wat eigenlijk gewoon een feest zou moeten zijn.
Jaume R., inwoner van Barcelona, neemt elk jaar al zijn voorzorgen. “Ik laat mijn telefoon thuis en neem een oude telefoon mee om enkel mee te bellen”, vertelt hij. “Ik maak liever geen foto’s dan dat iemand een mes boven haalt om mijn smartphone te stelen”.
Om de trend te keren, schakelt de stad dit jaar nog meer mensen in die de orde moeten bewaren. Deze editie rekent zo op 1800 agenten van de Guardia Urbana en 1186 agenten van de Mossos d’Esquadra. Dit jaar komen er ook meer mensen die het stadsmeubilair bewaken, omdat daar tijdens vorige jaren regelmatig schade aan werd toegebracht. Het stadsbestuur rekent dit jaar zelfs op private bewakingsfirma’s om daartoe bij te springen.
Op publieke plaatsen en op straat hebben enkel de politiediensten recht om in te grijpen. Hier kunnen private agenten slechts de massa in goede banen leiden, straten afgesloten houden of informatie bieden. Er wordt geschat dat er dit jaar voor de feesten 13.590 werkuren bewaking nodig zullen zijn. Vorige edities ging het om 13.413 en 13.411 uur. Gezien een nieuw akkoord met de sector en het gestegen aantal uren zal de bewaking nu een slordige 318.000 euro kosten. Ook al gaat het om slechts 177 uur meer, stijgt de kost toch met 40% in vergelijking met 2022. Of hoe veiligheid toch ook met een stevig prijskaartje komt.