Bij elk artikel dat we op onze website plaatsen en delen op Facebook, zien we reacties over de tekortkomingen van de Spaanse overheid. Daarbij is een deel van die kritiek terecht, maar de situatie is iets complexer. Spanje verschilt politiek gezien behoorlijk van Nederland of België. Hoewel er een centrale regering in Madrid is met premier Pedro Sánchez, zijn er ook 17 autonome regio’s met elk hun eigen verantwoordelijkheden. In dit geval heeft de regionale premier van de Comunidad Valenciana, Carlos Mazón, de regie en dus niet de Spaanse premier of de centrale regering, wat velen denken. Een toelichting is op zijn plaats!
In tijden van natuurrampen, zoals de recente DANA die de Valencia regio heeft getroffen, komt de vraag op hoe de centrale regering kan ingrijpen en verantwoordelijkheid kan nemen in een rampgebied. Het is cruciaal om te begrijpen welke stappen er ondernomen kunnen worden door de Spaanse overheid, vooral als het gaat om de coördinatie van hulpbronnen en de inzet van het leger.
De situatie in de Valencia regio is met name urgent, omdat het terrein worstelt met de gevolgen van de ramp. De regionale autoriteiten hebben, zoals de wet voorschrijft, de leiding over de crisisbeheersing en kunnen beslissen welke hulpbronnen nodig zijn. Dit leidt ons naar de eerste belangrijke vraag: waarom zijn er niet meer soldaten beschikbaar in deze regio?
Het antwoord ligt in de dynamiek tussen de centrale overheid en de autonome regio’s in Spanje. In een noodsituatie van dit kaliber is er een duidelijke hiërarchie. De regio zelf heeft de leiding en kan alleen hulp aanvragen van buitenaf. Dit betekent dat de centrale regering vaak pas kan ingrijpen nadat ze expliciet om assistentie is gevraagd.
De autonome regio’s in Spanje, zoals de Comunidad Valenciana, hebben hun eigen verantwoordelijkheden als het gaat om crisismanagement. Ze zijn uitgerust met de middelen en bevoegdheden om te reageren op lokale noodsituaties. Hierdoor komt de besluitvorming vaak traag op gang, vooral als de betrokkenheid van de centrale overheid vereist is.
Huidige situatie
Op dit moment geldt alarmniveau 2 in de Valencia regio en er wordt alleen hulp gestuurd waar de autonome regio om vraagt, want de regionale overheid, met Carlos Mazón aan het hoofd, heeft de leiding over de situatie. Maar als de autonome regio niets vraagt, kan de centrale regering dan actie ondernemen? Het antwoord is ja. De centrale overheid kan de operationele toestand verhogen naar niveau 3 of de noodtoestand uitroepen.
Wat is het probleem als Pedro Sánchez het alarmniveau verhoogt van 2 naar 3 of de noodtoestand afkondigt? Dat is een politiek probleem. De centrale regering is een coalitie van de linkse PSOE en Sumar partijen, terwijl de regionale overheid in de Valencia regio geregeerd wordt door de rechtse PP samen met extreemrechts VOX. Dit leidt tot voortdurende conflicten. Laten we een paar situaties onder de loep nemen.
- Situatie 1: Pedro Sánchez grijpt alleen in wanneer de regionale overheid van Valencia hierom vraagt, wat meteen wordt geïnterpreteerd als dat de centrale overheid inactief is.
- Situatie 2: De centrale overheid neemt het heft in handen door alarmniveau 3 in te stellen, wat direct beschouwd wordt als een dictatuur onder Sánchez.
- Situatie 3: De centrale overheid stuurt onvoldoende soldaten en ondersteuning, wat alleen mogelijk is indien de regio Valencia hierom vraagt; dit wordt gezien als nalatigheid van de centrale overheid.
- Situatie 4: Als Pedro Sánchez meer soldaten naar Valencia stuurt zonder uitdrukkelijk verzoek van de regionale overheid, dan wordt de centrale regering onmiddellijk vergeleken met de Venezolaanse dictatuur.
Mogelijke situatie
Als we kijken naar de structuur van de crisisbeheerwetten in Spanje, zien we dat de centrale overheid in bepaalde omstandigheden wel degelijk de bevoegdheid heeft om de leiding over te nemen in situaties van nationale nood. Dit roept echter de vraag op: wanneer is het gepast voor de overheid om daadwerkelijk deze stap te zetten?
Volgens de Spaanse wetgeving op het gebied van bescherming tegen rampen, kan de regering de situatie verhogen naar niveau 3, waardoor ze de leiding overneemt. Er zijn echter strikte voorwaarden verbonden aan deze handeling. De regering moet bewijzen dat de noodsituatie de capaciteit van de lokale autoriteiten overstijgt en dat nationaler ingrijpen noodzakelijk is om de situatie het hoofd te bieden.
De minister van Binnenlandse Zaken is erg belangrijk in dit geheel. Deze minister heeft de bevoegdheid om een nationale noodtoestand af te kondigen, wat inhoudt dat de centrale overheid de touwtjes in handen neemt bij het aanpakken van de crisis. Dit kan echter ook voor spanningen zorgen tussen de centrale en regionale overheden. Als de regionale overheid geen hulp aanvraagt, kan het voor de centrale overheid lastig zijn om goede redenen te vinden om in te grijpen, zelfs als de situatie dit eigenlijk wel zou vereisen.
Naast juridische en operationele overwegingen spelen ook politieke factoren een grote rol. Het is vaak een gevoelig onderwerp wanneer de centrale overheid besluit om in te grijpen in de aangelegenheden van een autonome regio. Dit kan leiden tot publieke onvrede, vooral als de lokale bevolking het gevoel heeft dat hun leiderschap onvoldoende reageert op de crisis.
De publieke opinie en de politieke context zijn dus belangrijke elementen die kunnen bepalen of de centrale regering actie zal ondernemen. Er is altijd de mogelijkheid dat dergelijke beslissingen gemotiveerd worden door politieke belangen in plaats van louter om de beste hulpverlening te waarborgen.