In Spanje bestaan al eeuwenlang de zogenoemde montes de piedad. Dit zijn instellingen waar je snel een lening kunt krijgen door een waardevol voorwerp, meestal een juweel, als onderpand te gebruiken. Het systeem werkt eenvoudig en wordt gezien als een alternatief voor het verkopen van je bezittingen.
De procedure begint met een taxatie. Deskundigen bepalen de marktwaarde van het juweel of voorwerp en op basis daarvan krijg je doorgaans ongeveer de helft als lening. De rente ligt meestal tussen de 7 en 14 procent op jaarbasis. Daarbovenop komen vaak nog extra kosten, zoals taxatie- en administratiekosten van gemiddeld 15 tot 20 euro. Vooral bij kleine leningen kunnen die extra’s relatief zwaar doorwegen.
De standaard looptijd van dit soort leningen is een jaar. Tijdens die periode kun je de lening aflossen en je sieraad terughalen. Lukt dat niet, dan wordt het voorwerp verkocht via een openbare veiling. Opbrengsten boven de openstaande schuld krijg je terug, terwijl een lagere opbrengst in veel gevallen je restschuld kwijtscheldt.
Een voordeel van deze vorm van lenen is de snelheid: vaak heb je binnen een dag toegang tot het geld. Ook is er geen ingewikkelde kredietbeoordeling nodig, want het onderpand zelf is de garantie. Voor mensen die tijdelijk geld nodig hebben, maar hun juwelen niet definitief willen verkopen, kan dit een aantrekkelijke optie zijn.
Toch is het belangrijk goed naar de voorwaarden te kijken. Omdat de lening nooit de volledige waarde van het voorwerp dekt en de kosten relatief hoog zijn, kan verkopen soms gunstiger zijn. Ook is het verstandig te checken hoe het proces van veilen precies verloopt als je niet op tijd kunt terugbetalen.
Montes de piedad zijn dus een snelle en toegankelijke manier om aan geld te komen, maar zeker niet altijd de voordeligste. Voor wie gehecht is aan zijn bezittingen en ze later wil terughalen, kan dit systeem wél interessant zijn.