Volgens de Spaanse minister van Digitale Transformatie beschikt Spanje over drie keer zoveel 5G-dekking als Duitsland. Hij benadrukte tijdens een bijeenkomst in León dat Spanje “ondergedompeld is in connectiviteit” dankzij glasvezel in bijna het hele land en een indrukwekkend 5G-netwerk.
Toch blijkt niet al dat 5G in de praktijk ook écht 5G te zijn. Uit gegevens van telecomexperts blijkt dat een groot deel van de zogenaamde 5G-verbindingen in Spanje gebruikmaakt van bestaande 4G-infrastructuur. Die mengvorm, bekend als ‘non-stand-alone 5G’, biedt wel een 5G-icoontje op je telefoon, maar haalt lang niet de snelheid en stabiliteit van volwaardig 5G.
Volgens cijfers zou zo’n 96 procent van de Spaanse bevolking toegang hebben tot 5G. Maar in werkelijkheid gaat het vaak om verbeterde 4G-netwerken die slechts deels met 5G-technologie werken. Daarmee is Spanje dus wel koploper in dekking, maar niet noodzakelijk in kwaliteit of prestaties.
In Duitsland is de situatie anders. Daar is de uitrol van 5G trager verlopen, maar de meeste verbindingen die wél actief zijn, werken al met een volledige 5G-structuur. Daardoor liggen de snelheden en de betrouwbaarheid in veel gevallen juist hoger dan in Spanje.
Telecomspecialisten benadrukken dat Spanje wel degelijk een sterke digitale infrastructuur heeft en een voorbeeld is op het gebied van glasvezel. Toch moet het land nog een stap verder gaan om echt te kunnen spreken van een volledig 5G-tijdperk.
Voor gebruikers betekent dit dat je in Spanje op veel plekken 5G-bereik ziet, maar dat de ervaring niet altijd overeenkomt met wat je van ‘echte’ 5G verwacht. De komende jaren zullen bepalen of Spanje die voorsprong weet om te zetten in technologische kwaliteit.
