Spanje is een van de meest vrijgevige landen van Europa als het gaat om donaties aan hulporganisaties. Volgens een nieuw rapport van 2024 staat Spanje op de zevende plaats in Europa wat betreft bijdragen aan ngo’s die zich inzetten voor noodhulp en ontwikkelingsprojecten wereldwijd.
De cijfers laten zien dat de Spaanse bevolking een groot hart heeft voor solidariteit. Burgers, bedrijven en stichtingen doneerden gezamenlijk miljoenen euro’s aan organisaties die mensen helpen in crisissituaties, bij natuurrampen en bij armoedebestrijding. Deze vrijgevigheid plaatst Spanje boven landen als Italië en Portugal en dicht bij landen als Nederland en Zweden.
Toch is er ook kritiek. De Spaanse overheid besteedt nog steeds minder dan het internationaal afgesproken doel van 0,7 procent van het bruto binnenlands product aan officiële ontwikkelingshulp. Daarmee blijft Spanje achter bij landen als Duitsland en Frankrijk, die dat doel wél bijna halen.
Deskundigen wijzen erop dat de kloof tussen publieke en particuliere hulp opvallend groot is. Terwijl burgers massaal doneren aan goede doelen, lukt het de overheid maar moeilijk om structurele steun te verhogen. Dat komt onder meer door begrotingsdruk en politieke discussies over prioriteiten.
Volgens het rapport heeft Spanje echter een belangrijke troef: de sterke betrokkenheid van de bevolking. De groei van particuliere donaties compenseert deels de dalende overheidsbijdragen. Vooral jongere Spanjaarden blijken actiever te zijn in het steunen van humanitaire projecten, vaak via online platforms.
Spanje laat zien dat solidariteit niet alleen van de overheid hoeft te komen. Dankzij de vrijgevigheid van de bevolking en hun betrokkenheid bij de samenleving blijft het land, zelfs in moeilijke tijden, een van de gulste van Europa.
