MADRID – Het heeft de coalitieregering van PSOE-Unidas-Podemos tweeënhalf jaar gekost om het voor elkaar te krijgen maar op donderdag 3 december is het premier Pedro Sánchez gelukt om een nieuwe staatsbegroting voor Spanje door het parlement aangenomen te krijgen. En dat is Sánchez gelukt met een absolute meerderheid van 189 stemmen, iets wat sinds 2007 niet meer gebeurd was in Spanje.
Met de nieuwe staatsbegroting 2021 komt er een einde aan de oude ‘Presupuestos Generales del Estado’ of PGE die nog stamt uit het jaar 2018 en uit een andere regering, die van premier Mariano Rajoy (PP) en de belasting minister Cristóbal Montoro. De nieuwe staatsbegroting 2021 is met 189 stemmen aangenomen, een absolute meerderheid omdat men eigenlijk meer ja’s dan nee’s nodig had.
Uiteindelijk hebben 189 parlementaires van verschillende politiek parijen vóór de nieuwe staatsbegroting gekozen en 154 stemmen (en 8 afwezigen) tegen de nieuwe staatsbegroting.
De 189 stemmen van de ja-stemmers komen van de PSOE en Unidad-Podemos (155), ERC (13), PNV (6), EH Bildu (5), PDeCAT (4), Más País (2), Compromís (1), Nueva Canarias (1), Teruel Existe (1), Partido Nacionalista Cántabro (1) en PRC (1).
In totaal waren er 154 nee-stemmers afkomstig van de PP, Ciudadanos, VOX, BNG, CUP, UPN, JxCat, Coalición Canaria en Foro Asturias. Met name de PP en VOX noemen deze nieuwe staatsbegroting die van de ‘verraders’ omdat deze tot stand is gekomen met de nationalistische stemmen van Baskische terroristen (EH Bildu) en die van Catalaanse separatisten (ERC en PDeCAT).
Maar de regering spreekt over een nieuw tijdperk en een staatsbegroting die in deze tijden van de pandemie en crisis nog zijn voor vooruitgang op sociaal en economisch gebied. Vanaf 1 januari 2021 zal de nieuwe ‘Presupuestos Generales del Estado’ 2021 actief worden en worden die van 2018 in het archief gestopt.