De Spaanse Sociale Zekerheid heeft in de eerste acht maanden van 2025 een recordbedrag van 117,2 miljard euro binnengehaald aan sociale bijdragen. Dat is bijna 7 procent meer dan in dezelfde periode van 2024, oftewel 7,5 miljard euro extra. Deze groei komt vooral door hogere bijdragen van werkenden en een stevige stijging van het zogenoemde intergenerationele evenwichtsmechanisme.
Dat mechanisme, het MEI, is sinds begin 2023 van kracht en leverde tot augustus al 3,2 miljard euro op, een stijging van 33 procent. Dit geld gaat rechtstreeks naar de pensioenreserve, de bekende “pensioenspaarpot”. De bijdragen van werkenden groeiden met 7 procent tot 110,7 miljard euro, terwijl ook de bijdragen van werklozen licht stegen tot 6,6 miljard euro.
Tot en met augustus laat de balans een overschot zien van ruim 6 miljard euro, goed voor 0,4 procent van het bbp. Dat is meer dan het dubbele van een jaar eerder. Toch verwacht de regering dat 2025 zal eindigen met een tekort van ongeveer 0,4 procent van het bbp, vooral door de stijgende uitgaven aan pensioenen.
Ook de transfers vanuit de staat en andere instellingen speelden een grote rol. In totaal werd er 40 miljard euro overgemaakt, een stijging van 16 procent. Hiervan kwam 36,6 miljard rechtstreeks van de staat, vooral bedoeld om de financieringsbronnen van de Sociale Zekerheid te waarborgen.
Aan de uitgavenkant gingen de grootste bedragen naar pensioenen en andere contributieve uitkeringen. In totaal werd er 132 miljard euro uitgekeerd, waarvan 116,8 miljard aan pensioenen zoals ouderdom, arbeidsongeschiktheid en nabestaanden. Dit bedrag ligt bijna 6 procent hoger dan een jaar eerder, mede door de jaarlijkse aanpassing aan de inflatie.
Met de inkomsten stijgend en de uitgaven nog sneller oplopend, blijft de financiële toekomst van het Spaanse pensioensysteem een heet hangijzer. De cijfers laten zien dat er wel meer geld binnenkomt, maar ook dat de druk door de vergrijzing en hogere pensioenkosten onverminderd groot blijft.