MADRID – Voor deze dinsdag was een speciale bijeenkomst gepland waarbij de hele leiding van de Partido Popular aanwezig was om te bespreken wat de politieke partij nu gaat doen nadat de voormalige minister-president Mariano Rajoy en zijn regering via een motie van wantrouwen naar huis werden gestuurd op vrijdag 1 juni. Rajoy kondigde daar aan wat eigenlijk niet veel mensen verwachten, hij stopt als partijvoorzitter en stapt waarschijnlijk helemaal uit de politiek.
Mariano Rajoy heeft deze dinsdag na een lang weekend nadenken besloten om met de politiek te stoppen. Hij heeft de overige leden van de partijleiding de opdracht gegeven het proces te starten om een opvolger voor hem te zoeken als partijvoorzitter van de Partido Popular (PP).
Met de komst van Pedro Sánchez in de regering na een succesvolle motie van wantrouwen en gezien het feit dat volgens veel opiniepeilingen de populariteit van Rajoy stukken minder is, heeft de voormalige minister-president besloten te stoppen met de politiek en met pensioen te gaan.
Loopbaan
Bij de eerste democratische regioverkiezingen in 1981 werd Rajoy voor de Alianza Popular (AP) verkozen in de Xunta de Galicia. In de landelijke verkiezing van 1986 werd hij voor de Cortes Generales verkozen, maar hij weigerde de zetel om vicepresident van Galicië te kunnen worden. Vanaf dat moment werd Rajoy bij elke landelijke verkiezing in zijn kiesdistrict Pontevedra verkozen voor de Cortes.
Aznar
Hoewel afkomstig uit de AP, de zeer rechtse partij van ex-franquistische leiders, evolueerde Rajoy zonder problemen met diens opvolger, de Partido Popular (PP) mee naar het politieke centrum. In 1989 maakte hij de sprong naar Madrid. Dat jaar werd Rajoy verkozen als woordvoerder en gaf partijleider José María Aznar, tot verrassing van velen, de voorkeur aan hem als vice-secretaris-generaal, boven enkele van de zwaargewichten van de partij.
Tussen 1996 en 2003 was hij minister met wisselende portefeuilles in de regeringen van José María Aznar. Als minister van Overheid had hij de moeilijke taak de overdracht van verantwoordelijkheden aan de Baskische en Catalaanse regeringen te onderhandelen met de anti-Spaanse nationalisten die op dat moment in deze twee regio’s aan de macht waren.
Oppositie
Tijdens de tweede termijn van Aznar was hij minister van het Presidentschap, en tussen 2000 en 2003 tevens vicepresident van de regering. Nadat de socialist José Luis Rodríguez Zapatero de verkiezingen wist te winnen in 2004 werd Rajoy afgevaardigde in het congres, voorzitter van de PP en voornaamste oppositieleider tegen de regering van Zapatero.
Rajoy was voor de derde keer bij de parlementsverkiezingen aanwezig in november 2011. Zijn belangrijkste concurrent voor het premierschap was Alfredo Pérez Rubalcaba, kandidaat van de PSOE. De PP won de verkiezingen en behaalde een absolute meerderheid in het parlement.
Minister-president
Nadat de Partido Popular een klinkende overwinning had behaald in de parlementsverkiezingen van 2011, werd Rajoy op 21 december 2011 ingehuldigd als premier van de tiende legislatuur. Tijdens zijn inhuldigingsrede kondigde hij aan 16,7 miljard te willen bezuinigen. Uiteindelijk moest hij zelfs veel meer bezuinigen.
Ook bij de daaropvolgende verkiezingen in 2015 wist Rajoy opnieuw met de PP te winnen maar had hij niet genoeg zetels om te regeren. Er ontstond onenigheid en men kwam niet tot de formatie van een regering omdat Pedro Sánchez – nu minister-president na de motie van wantrouwen – elk overleg met de PP weigerde.
Er kwamen in juni na een lange periode van geen regering in Spanje opnieuw verkiezingen in 2016 waarbij de Partido Popular opnieuw de meeste stemmen kreeg. Ook bij die verkiezingen had de PP echter niet genoeg stemmen om alleen te regeren en moest de PP samenwerken met onder andere de Ciudadanos partij om een regering te kunnen vormen waarna Mariano Rajoy opnieuw gekozen kon worden tot minister-president en zijn tweede ambtstermijn kon beginnen.
Motie van wantrouwen
Na de uitslag in de zaak-Gürtel waarbij niet alleen voormalige PP-politici zware celstraffen kregen maar ook de politieke partij PP als schuldig bevonden werd van illegale partijfinanciering, besloot Pedro Sánchez van de PSOE partij een motie van wantrouwen te starten tegen Mariano Rajoy. Deze wist de socialistische leider op 1 juni 2018 te winnen waarna de carriere als minister-president van Spanje beëindigd was.
Mariano Rajoy gaat de geschiedenisboeken in als de eerste minister-president van Spanje die een motie van wantrouwen heeft verloren. eerder waren er al andere pogingen, onder andere ook tegen Rajoy door Podemos, maar die mislukten allemaal.