Na een periode met uitzonderlijk hoge temperaturen door El Niño laat de Wereld Meteorologische Organisatie weten dat La Niña eraan komt. Deze koude fase van het zogenaamde ENSO-systeem kan vanaf september al voor iets lagere temperaturen zorgen. Dat klinkt positief, maar de gevolgen zijn ingewikkeld en verschillen per regio, ook in Spanje.
La Niña ontstaat doordat de passaatwinden sterker gaan waaien en warm water richting Azië duwen. Daardoor koelt de oostelijke Stille Oceaan af. Deze verandering beïnvloedt de luchtstromen en kan het weer wereldwijd lange tijd verstoren. Bij El Niño gebeurt juist het omgekeerde: het zeewater wordt warmer en de aarde warmt extra op.
Volgens wetenschappers zal deze La Niña waarschijnlijk minder sterk zijn dan eerdere keren. Toch kan ze de reeks van hoge temperaturen van vorig jaar een beetje afremmen. Maar dit lost de klimaatcrisis niet op, want de aarde warmt door broeikasgassen nog steeds verder op.
Voor Spanje kan La Niña duidelijke gevolgen hebben. Vaak zorgt dit verschijnsel voor een nattere herfst en winter. Dat komt doordat de luchtstromen veranderen en meer regenwolken naar Zuid-Europa trekken. Voor droge regio’s kan dit goed nieuws zijn, al brengt extra regen soms ook stormen en overstromingen mee.
La Niña zorgt niet alleen in Spanje voor verandering. In Zuid-Amerika valt vaak meer regen in landen als Colombia en Venezuela, terwijl het zuiden van Brazilië en Argentinië juist droger kan worden. In Azië en Australië neemt de kans op zware regen en tropische stormen meestal toe.
Komend jaar is het belangrijk om te volgen hoe La Niña zich ontwikkelt. Wetenschappers zeggen dat dit fenomeen de temperaturen wereldwijd maar tijdelijk wat kan verlagen. De klimaatverandering gaat gewoon door, maar voor Spanje kan dit verschijnsel wel even verlichting brengen met extra regen.
