In Spanje bestaat het grondwettelijke recht op huisvesting al 47 jaar, maar toch blijft het voor veel mensen moeilijk om een betaalbaar dak boven hun hoofd te vinden. Spanje stond altijd bekend als een land van huiseigenaren, maar steeds meer mensen moeten huren, en juist daar wordt de situatie elk jaar lastiger.
Sinds 1978 groeide de bevolking flink en kwamen er miljoenen nieuwe woningen bij. Op papier lijkt er genoeg gebouwd, maar in werkelijkheid spelen leegstand, speculatie en veranderend gebruik van woningen een grote rol. Daardoor is het aanbod betaalbare huizen lang niet genoeg om aan de vraag te voldoen.
Ook het kopen van een huis is veel duurder geworden. In de jaren tachtig kon je met ongeveer drie jaar bruto-inkomen al een woning betalen. Tijdens de vastgoedzeepbel schoot dat omhoog naar bijna tien jaar. Nu is het gemiddelde nog steeds ruim zeven jaar inkomen, wat voor veel jongeren en gezinnen onhaalbaar voelt.
Omdat kopen moeilijker wordt, stappen meer mensen over op de huurmarkt. Maar ook daar stijgen de prijzen snel. Betaalbare huurwoningen zijn schaars en sociale huur is in Spanje veel minder ontwikkeld dan in andere Europese landen. Hierdoor komen steeds meer gezinnen financieel in de knel.
Om iets aan die situatie te doen, richtte het ministerie van Wonen het nieuwe initiatief Casa 47 op, vernoemd naar het grondwetsartikel over huisvesting. Het doel is om betaalbare huurwoningen te creëren en meer mensen toegang te geven tot een stabiel thuis. Hoe de toewijzing en prijzen precies zullen werken, wordt nog uitgewerkt.
Toch blijven experts voorzichtig. Zonder grote investeringen, meer sociale woningbouw en duidelijke regels voor de huurmarkt verandert er volgens hen weinig. Voor veel mensen blijft kopen te duur en huren steeds zwaarder. Of Casa 47 echt een verschil gaat maken, moet de komende jaren blijken.


Español
English
Deutsch
Français
Português
Italiano