De mogelijke amnestiewet waar de waarnemend premier Pedro Sánchez en zijn PSOE-partij over onderhandeld met de Catalaanse partij Junts van de voor de Spaanse justitie gevluchte ex-regionale premier Carles Puigdemont, zorgt al weken of maanden voor veel onrust in Spanje. Terwijl Sánchez van het merendeel van zijn partijleden toestemming heeft gekregen om verder te gaan met de onderhandelingen om een regering te vormen, verzet een deel van de Spaanse bevolking zich tegen een mogelijke amnestiewet die hoofdzakelijk in het voordeel is van de Catalaanse separatistische tak.
Al maanden vinden er in steden bijeenkomsten plaats van de Partido Popular (PP) die deze partijbijeenkomsten tot nu toe niet omschreven als protestbijeenkomsten. Ook de extreemrechtse partij VOX protesteert in Spanje en het is die partij die deze week is begonnen met een offensief door volgers naar de partijgebouwen van de PSOE te sturen in de belangrijkste Spaanse steden. Maandag zorgde dit voor problemen met de politie in Madrid.
Ook de extreemrechtse leider Santiago Abascal was maandag in Madrid aanwezig nadat hij op X (twitter) had opgeroepen naar het PSOE-hoofdgebouw in de Calle Ferraz in Madrid te komen, iets wat ongeveer 3.800 mensen deden waardoor er problemen ontstonden tussen de demonstranten en politie die in groten getale aanwezig was. Het ging in dit geval dus niet om een spontane actie van de bevolking, maar om een georganiseerde protestactie van VOX.
Op een bepaald moment probeerden demonstranten de barrière van de politie te doorbreken waarop de agenten traangas moesten gebruiken om de mensen te verdrijven. Rond 21.00 uur stak een groep demonstranten vuurpijlen en knallers aan en gooiden rookbussen terwijl ze schreeuwden: “Geen stap terug!” of “We gaan het PSOE-hoofdkantoor in brand steken”. De politie viel deze groep demonstranten aan, waardoor ze door nabijgelegen straten vluchtten.
De meeste demonstranten droegen Spaanse vlaggen en ook enkele franquistische vlaggen, en borden tegen Pedro Sánchez, Carles Puigdemont en de amnestie. Ze scandeerden leuzen als “Sánchez in de gevangenis”, “Ze noemen het democratie, maar dat is het niet” of “Ze kunnen ons niet voor de gek houden, Catalonië is Spanje”.