De Spaanse voetballer die prins werd in Indonesië

Dat het leven soms vreemde bochten neemt, daar weet ex-profvoetballer Jordi Amat alles van. Amat speelde tijdens het seizoen 2012-2013 en 2018-2019 58 wedstrijden in de Spaanse eerste klasse. Op dit moment speelt hij in Indonesië waar hem een bijzondere toekomst wacht.

Jordi Amat Maas passeerde de revue in verschillende Europese topclubs. Op zijn palmares staan onder meer Espanyol, Rayo Vallecano, Betis, Swansea en KAS Eupen in België. Op dit moment speelt hij op het eiland Siau in Indonesië, het land van een deel van zijn voorouders.

Volgens Amat is voetbal daar bijzonder populair. “Mensen zijn hier dol op voetbal”, vertelt hij. “Dat voelde ik meteen toen ik in Yakarta aankwam”. Amat vroeg er in 2022 de dubbele nationaliteit aan en speelt nu voor de nationale ploeg. “Een land van 275 miljoen inwoners mogen vertegenwoordigen is ongelooflijk”, zegt hij vol trots. Hij speelde ondertussen 10 officiële wedstrijden en zes vriendschappelijke.

“Mijn grootmoeder vertelde me al toen ik klein was dat ik erfgenaam was van een prinsentitel in een bepaald deel van Indonesië”, vertelt Amat aan de pers. “Ik geloofde haar niet, maar zij zei altijd dat ik het wel zou zien als ik als volwassene ooit met haar mee zou reizen naar haar geboorteland”. En inderdaad. Een overgrootvader van Jordi Amat bezat de titel van Raj in Siau en dat maakt van de man officieel een prins.

In die positie ziet hij ook een rol weggelegd als voetballer. “Ik wil zorg dragen voor de mensen van Siau”, vertelt hij. “Het zou mooi zijn iets met voetbal te doen, misschien bouw ik een veld voor de kinderen. Ik wil ook de scholen bezoeken. Als ze geen faciliteiten hebben kunnen we daar misschien bij helpen.” Het verhaal van Jordi Amat herinnert er ons aan dat we soms maar beter goed naar onze grootouders luisteren. Zelfs als ze iets ongeloofwaardig vertellen, hebben ze misschien wel eens gelijk.