De onlangs verschenen memoires van koning Juan Carlos I zorgen in Spanje voor flink wat opschudding. In het boek, getiteld Reconciliación, vertelt de oud-koning uitgebreid over zijn jeugd, huwelijk, familie en zijn rol in de overgang naar de democratie. Toch valt vooral op wat hij níet vertelt: zijn financiële schandalen blijven vrijwel onbesproken.
Volgens Spaanse media wijdt Juan Carlos tientallen pagina’s aan zijn zoon koning Felipe VI en aan zijn echtgenote Sofía, maar slechts enkele aan zijn schoonzoon Iñaki Urdangarin en schoondochter Letizia. Hij beschrijft zijn ballingschap in Abu Dhabi als een periode van rust en reflectie, en probeert begrip te vragen voor zijn afstand tot Spanje.
In verschillende hoofdstukken geeft hij toe dat hij fouten heeft gemaakt, maar hij gaat niet in op de onderzoeken naar verborgen bankrekeningen in Zwitserland of de controversiële geldstromen uit het Midden-Oosten. Precies die onderwerpen die zijn reputatie het meest hebben beschadigd, blijven buiten beeld.
Opvallend is ook dat de memoires eerst in Frankrijk werden uitgebracht en pas later in Spanje. Dat heeft tot speculaties geleid dat de oud-koning een vriendelijker buitenlands publiek wilde aanspreken voordat de Spaanse media zich erop stortten.
Critici noemen het boek een poging tot geschiedvervalsing, terwijl zijn aanhangers het zien als een eerlijke poging om vrede te sluiten met zijn verleden. De titel Reconciliación lijkt dat doel te benadrukken: verzoening met zijn familie, zijn land en misschien ook met zichzelf.
Toch overheerst bij veel Spanjaarden de indruk dat Juan Carlos vooral probeert de pijnlijke delen van zijn leven te herschrijven. Zijn verhaal biedt een inkijkje in het koningshuis, maar laat tegelijk de vragen onbeantwoord die Spanje al jaren bezighouden.
