Spanje is uitgeroepen tot het derde beste land ter wereld om met pensioen te gaan. Dat blijkt uit het Global Retirement Report 2025, waarin 44 landen worden vergeleken op basis van betaalbaarheid, gezondheidszorg, veiligheid, klimaat en levenskwaliteit. Alleen Portugal en Mauritius doen het nog beter.
Volgens het rapport scoort Spanje vooral hoog dankzij de uitstekende gezondheidszorg en de relatief lage kosten van levensonderhoud. Gepensioneerden kunnen hier rekenen op een goed functionerend openbaar zorgsysteem, betaalbare huisvesting en een ontspannen levensstijl met veel zon en gezonde voeding.
Ook de mogelijkheid om als gepensioneerde van buiten de EU een verblijfsvergunning te krijgen, speelt een rol. Steeds meer buitenlanders kiezen ervoor om hun pensioen in Spanje door te brengen. Momenteel wonen er naar schatting bijna 400.000 buitenlandse gepensioneerden in het land, voornamelijk uit het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, maar ook duizenden pensionados uit Nederland en België.
Daarnaast draagt de veiligheid en stabiliteit van Spanje bij aan de hoge notering. Het land biedt niet alleen een aangenaam klimaat, maar ook een sociaal leven waarin ouderen zich makkelijk kunnen integreren. Veel regio’s zoals de Costa Blanca, Andalusië en de Balearen zijn bijzonder populair onder gepensioneerden.
Hoewel Spanje voor buitenlandse gepensioneerden een paradijs lijkt, blijft het voor Spaanse ouderen soms lastiger door stijgende huren en lage pensioenen. Toch blijft het land aantrekkelijk dankzij de combinatie van welzijn, cultuur en zorgkwaliteit.