Het dilemma van de buitenlandse bewoners op de Canarische Eilanden

Het dilemma van de buitenlandse bewoners op de Canarische Eilanden
beeld: AI-beeld / redactie
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

De Canarische Eilanden hebben de afgelopen decennia een enorme bevolkingstoename gekend, voor een groot deel te wijten aan buitenlandse immigranten, waaronder veel Europeanen. Dit roept de vraag op of het Spaans op termijn nog steeds de meest gesproken taal zal blijven op sommige eilanden, zoals Fuerteventura en Lanzarote.

De bevolking van de Canarische Eilanden is sinds 1990 met bijna 52% gegroeid, tegenover 22,1% gemiddeld in Spanje en slechts 2,9% in Baskenland. In absolute cijfers betekent dit dat er 530.000 inwoners bij zijn gekomen sinds het begin van deze eeuw. Slechts 70.000 daarvan is op de eilanden geboren. De overige 460.000 nieuwe bewoners zijn dus van buiten de eilandengroep gekomen.

Op dit moment telt de archipel 2,25 miljoen inwoners, waarvan 13% of 287.488 bewoners buitenlanders zijn. De verwachting is dat dit aantal tegen 2033 zal oplopen tot 2,5 miljoen, waarbij sommige eilanden relatief nog veel meer immigranten zullen ontvangen. Zo zal naar schatting 45% van de nieuwe inwoners van Fuerteventura van buiten Spanje komen.

De enorme bevolkingstoename vormt een bedreiging voor de fragiele natuur van de eilandengroep. Het gaat hier immers om geïsoleerde eilanden met een beperkt oppervlak, die lang niet de draagkracht hebben van een groter vasteland.

De bevolkingsdichtheid is tussen 1981 en 2015 verdubbeld van 182 naar 284 inwoners per vierkante kilometer. Op Gran Canaria ligt de dichtheid nu al op 542 inwoners per vierkante kilometer. De natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en leefruimte staan daardoor steeds meer onder druk.

Toerisme als motor

Het massatoerisme vormt de belangrijkste magneet voor immigranten naar de Canarische Eilanden. In 2021 bezochten liefst 14 miljoen toeristen de eilanden, goed voor 35% van het Spaanse toerisme. De werkgelegenheid in deze sector groeit gestaag en trekt arbeidskrachten uit binnen- en buitenland aan.

De meeste buitenlandse inwoners zijn dan ook afkomstig uit typische ’emigratielanden’ richting Spanje. 53% komt uit andere EU-landen, vooral Italië, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, maar ook Nederland en België. 26% uit Latijns-Amerika en slechts 10% uit Afrika.

Taalkundige verschuivingen

Met 13% buitenlanders vertegenwoordigt het Spaans nog steeds veruit de meest gesproken taal op de eilanden. Maar de prognoses wijzen op ingrijpende demografische verschuivingen. Tegen 2033 zal bijna 30% van de bevolking op Tenerife en 17% op Gran Canaria uit buitenlanders bestaan. Op Fuerteventura met in de toekomst 45% buitenlanders, dreigen de locals zelfs een minderheid te worden.

Vooral op Fuerteventura lijkt de dominantie van het Spaans als voertaal dus op de helling te staan. Tenzij er snel ingegrepen wordt, zal het Italiaans of Engels hier over enkele decennia wellicht de bovenhand nemen. Dit zou niet alleen culturele implicaties hebben, maar ook de sociale cohesie onder druk zetten.