MADRID – Volgens de laatste cijfers van het Spaanse Statistiekbureau INE, zijn de prijzen voor woningen het afgelopen jaar met 7,4% gestegen vergeleken met het jaar daarvoor in 2021. Er wordt in Spanje gesproken over de hoogste jaarlijkse stijging van de afgelopen vijftien jaar.
Hoewel de kosten voor het kopen van een woning gedurende 2022 geleidelijk afnamen, slaagde de daling van de Huizenprijsindex (Índice de Precios de Vivienda, IPV) tot 5,5% tussen oktober en december er niet in om het moeilijke begin van 2022 te compenseren. In het begin van het jaar werden namelijk prijsstijgingen genoteerd die niet gezien waren sinds de vastgoedbubbel.
De huizenprijzen stegen in 2022 met 7,4%, wat het dubbele is van de stijging van 3,7% in 2021. Dit is de grootste stijging sinds 2007, toen de Huizenprijsindex een jaarlijkse variatie van 9,8% noteerde. De stijging deed zich voor bij zowel nieuwe woningen, waarvan de prijs in het hele jaar met 7,9% steeg, als bij bestaande woningen, waarvan de kosten met 7,3% stegen. In beide gevallen was de prijsstijging de snelste sinds 2007, toen de jaarlijkse variatie van de Huizenprijsindex in nieuwe woningen tot 11,9% steeg en bij bestaande woningen tot 8,2%.
Volgens gegevens die op woensdag door het INE zijn gepubliceerd, daalde de Huizenprijsindex in het vierde kwartaal van 2022 op jaarbasis tot een percentage van 5,5%. Dit is lager dan het niveau van 6,4% in dezelfde periode van 2021. Ondanks deze daling heeft de huizenprijs nog steeds een stijgende trend en heeft het inmiddels 35 opeenvolgende kwartalen een stijging doorgemaakt.
In de laatste drie maanden van 2022 daalde de huizenprijs in veertien regio’s vergeleken met het voorgaande kwartaal, met Castilla-La Mancha en het Baskenland aan de top van de dalingen. Slechts in Navarra, Canarische Eilanden en Cantabrië was het kopen van een woning in het laatste kwartaal duurder dan tussen juli en september.
Over het hele jaar genomen waren Cantabrië (8,6%) en Canarische Eilanden (8,1%) de regio’s met de grootste stijging in huizenprijzen. Aan de andere kant waren de stijgingen het gematigdst in Extremadura (2,8%), Castilla-La Mancha (4%) en Castilla y León (+4,1%).