De levenskwaliteit in Spanje is in 2024 opnieuw gestegen, zo blijkt uit de nieuwste gegevens van het Spaanse statistiekbureau (INE). Volgens de Multidimensionale Levenskwaliteitsindicator (IMCV) steeg de score met 0,27 punten tot 101,47 punten. Daarmee zet de opwaartse trend zich voort die vorig jaar al voorzichtig begon.
Na de pandemie had Spanje te maken met een terugval in welzijn, maar de cijfers laten zien dat veel Spanjaarden nu beter af zijn. De vooruitgang komt vooral door verbeteringen in werkgelegenheid, gezondheid, onderwijs, materiële omstandigheden en milieu. Ook de fysieke veiligheid is toegenomen, wat volgens het rapport bijdraagt aan het gevoel van stabiliteit in het dagelijks leven.
Toch is het beeld niet overal even positief. Twee belangrijke aspecten van de levenskwaliteit – vrije tijd en sociale relaties – laten juist een lichte daling zien. Veel mensen geven aan minder tijd te hebben voor ontspanning of sociale contacten, wat invloed heeft op hun algemene welzijn. Ook de “algemene levensbeleving” is iets verslechterd, wat erop wijst dat mensen zich emotioneel niet altijd beter voelen, ondanks de verbeterde omstandigheden.
De categorie ‘bestuur en basisrechten’ bleef hetzelfde als vorig jaar. Volgens het INE komt dat doordat er in 2024 geen nieuw onderzoek naar is gedaan. Toch blijkt uit de totale score dat Spanje langzaam maar zeker weer het welzijnsniveau van vóór de pandemie bereikt.
Hoewel de cijfers aantonen dat het in veel opzichten beter gaat, blijven er zorgen over sociale verbondenheid en vrije tijd – thema’s die steeds belangrijker worden in een samenleving die na de crisis weer op adem probeert te komen.
