Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
Ja hoor, we stinken er weer in. “Het duurt maar een kwartiertje, u kunt hier even wachten.” José van onze garage wijst naar een stoel. Onze auto, in juni vorig jaar hier gekocht, staat nu -na vier maanden – nog steeds niet op onze naam. Dat gaat hier blijkbaar zo. “Als u zo blijft rijden, krijgt u een bekeuring” kijkt José dreigend. Oké, wij dachten dat de garage dat wel in orde had gemaakt, maar niet dus. We hebben geen idee wat hij gaat doen, maar het klinkt serieus. “José, als jij nou doet wat je moet doen, dan komen wij morgen wel terug,” stel ik voor, want we kénnen die Spaanse kwartiertjes, die lopen gauw uit tot uren. Maar nee, José overtuigt ons: dit gaat echt ‘muy rapido’. Nou, ik zal het kort maken: na anderhalf uur wachten waarin José aan het zuchten en blazen is, staan we op. ‘We komen morgen wel terug’ zeg ik resoluut.
Zeer tegen José’s wil in gaan we verkleumd weg. Het was zó ijskoud in zijn garage. Vanmorgen kwamen we terug en ja hoor, daar lag het bewuste papiertje. Daar zaten we nou zo lang op te wachten. We bekijken het papiertje dat er niet erg indrukwekkend uitziet, maar ik zie onze naam erop staan. Nu zal het wel goed zijn, maar nee, de papiermolen moet draaien, dus krijgen we te horen dat we over drie weken terug moeten komen. Waarvoor? Welnu, José moet voor deze overschrijving naar Trafico in Murcia (25 km verderop) en de gestor die de administratie doet, die moet hiervoor naar Cieza ca. 40 km verderop. Geen idee wat ze daar gaan doen, maar de auto staat in elk geval nu nog steeds niet op onze naam. Hopelijk daarná wel. Goh, moeten er twee mensen op stap voor alle auto’s die ze verkopen? Dat is lekker handig!
Egbert is een vulling verloren uit zijn kies. Nou is Egbert echt geen fan van tandartsen (wie wel?) maar soms kom je er niet onderuit, zoals nu. Om zo lang zonder vulling te blijven rondlopen is geen optie, dus stappen we bij een clinica dental binnen. “U kunt gelijk geholpen worden als u dat wilt” zegt de receptioniste. Hoe is dat mogelijk! Ze geeft Egbert een tandenborstel en tandpasta en even later ligt hij gestrekt op de stoel. De tandarts is een heel jong meisje met een aangroeiend paardenstaartje. O wee, heeft die wel ervaring?
“Wat is er aan de hand?” vraagt zij. “Egbert is een vulling verloren,” zeg ik, want in het Spaans doe ik meestal het woord en dan is het altijd maar afwachten of de Spanjaarden mijn Spaans verstaan, dus ik let op haar reactie. Ze begint te lachen! Ze ligt in een deuk. Ha, ha, ha, zijn vulling!! De receptioniste komt op het lachen af. Wat valt er te lachen? Zijn vulling is eruit! Ook zij barst in lachen uit, ha ha. Ik kijk verbaasd, wat is er fout? “Een vulling voor een kies is een “empaste”. Het Spaanse woord “relleno” dat ik gebruikte, is de vulling van een olijf!” Aha, maar ze begreep wel dat het om Egberts kies ging en niet om een olijf. Als ze uitgelachen is gaat ze bijzonder voortvarend te werk en met verbazingwekkende handigheid, alsof ze al jaren kiezen vult. En het is een échte tandvulling, geen olijfvulling!
Vanmorgen ook even naar de Marokkaan geweest. Die zit in een piepklein pandje waarin hij fotokopieën per stuk verkoopt, telefoonkaarten voor prepaidjes, en waarin hij ook zoveel mogelijk computers heeft geperst. Je kunt er je kont niet keren, zeggen wij in Oostzaan. Het is een wonder dat die computers het allemaal nog doen ook, als je die wirwar aan draden op de grond ziet liggen. Ik vraag hem of hij ook wifi heeft zodat ik volgende keer met mijn eigen computer kan komen? Ja hoor, zegt hij, ik heb wel wifi, maar of jij daarmee kunt werken? Hij kijkt me schattend aan met gefronste wenkbrauwen. Ik wil niet weten wat hij denkt, maar het zal niet erg vleiend zijn ben ik bang. Ach ja, ik ben maar een vrouw, daar heeft deze Arabier kennelijk niet zo’n hoge pet van op. Toch zal ik volgende keer eens een poging wagen in zijn winkeltje.
Dit volgende verhaal heeft niets met Spanje te maken, integendeel, het speelde zich af in het vrieskoude Nederland. Ik hoop dat jullie er geen bezwaar tegen hebben dat ik even een sprongetje maak van het heerlijke warme Spanje, naar de ijskoude wintermaanden van Nederland. We zaten in korte broek te kijken naar de langeafstand-schaatswedstrijden en hoorden dit verhaal. Misschien hebben sommigen van jullie het ook gehoord, maar degenen die het verhaal niet kennen zullen hier ook wel om kunnen lachen. De naam van de hoofdpersoon ben ik vergeten, maar ik zal hem Henk noemen. Henk is een niet onverdienstelijke marathonschaatser, die last krijgt van kriebels in zijn bloed als het gaat vriezen. Elke ochtend stapt hij hoopvol naar het randmeer om het ijs te controleren. Houdt het al? Op een dag kon hij de spanning niet meer aan, hij bond de schaatsen onder, tegen de nadrukkelijke waarschuwingen van de echte ijsmeesters in en gleed in opperste verrukking over het ijs. Euforisch! Hij was de enige en eerste die de schaatssporen op het ijs plantte, hij kon wel juichen.
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
Helaas kregen de ijsmeesters gelijk. Onder de sneeuw waren verraderlijke sneeuwwakken, waar Henk smartelijk in terechtkwam. Hij schoof door de snelheid nog even door en belandde onder het ijs. Au! Gelukkig kon hij op die plek staan en met veel moeite wist hij zichzelf ondanks zijn verkleumde spieren tóch op het ijs te hijsen. Er was niemand in de buurt om hem te helpen, hij moest zichzelf dus zien te redden. Het lukte om op het ijs te klimmen en de kant te bereiken. Zo probeerde hij naar zijn auto te lopen. De onderkoelingsverschijnselen speelden hem duidelijk parten, maar hij wist zijn auto te bereiken. Snel startte hij de motor, verwarming op hoog, en toen bedacht hij zich dat hij zijn kletsnatte ijskoude pak moest uittrekken, wat na veel moeite ook lukte. Zo kon het gebeuren dat hij spiernaakt achter het stuur zat bij een stoplicht, waar een bus ook moest stoppen. De bus zat vol met dames van de Huisvrouwenvereniging. Grote consternatie in de bus! De politie werd gebeld en die kwam met loeiende sirene aansnellen met de duidelijke bedoeling om deze freak aan te houden. Maar Henk bereikte ongehinderd zijn huis, hij snelde naar de warme douche en toen hij nét een beetje begon op te warmen stonden er opeens twee agenten naast hem, die met veel gebrul en gedoe het huis waren binnengedrongen. Logisch, zo’n engerd moet in de boeien geslagen worden.
Na Henks uitleg en verklaring van zijn onzedige gedrag, vertrok de politie weer, terwijl ze hem de goede raad gaven om een paar kruiken te vullen met lekker warm water.
Tja, dat zal ons in Spanje niet gauw overkomen, zou ik zo denken.
Hartelijke groeten, Barbara van Wijk