In de twee grootste steden van Spanje, Barcelona en Madrid, wonen meer mensen van 65 jaar of ouder dan in alle plattelandsgemeenten van het land samen. In Barcelona en Madrid wonen bijna 1 miljoen ouderen, tegenover 762.446 in het platteland. De steden hebben dus ongeveer 250.000 meer ouderen dan de meer dan 5.000 gemeenten met minder dan 2.000 inwoners in het hele land.
De vergrijzing op het Spaanse platteland is echter een groter probleem dan het lijkt, omdat het in verhouding tot de bevolking veel hoger is dan in de steden. In het plattelandsgebied wonen in totaal 2,6 miljoen mensen, van wie bijna drie op de tien ouder dan 65 jaar zijn. Dat is bijna tien procent boven het nationale gemiddelde.
De ontvolking van het Spaanse platteland is een probleem dat zich zal voortzetten. De uitsterving van de oudere generaties zal dit probleem alleen maar verergeren. In landelijke gebieden wonen veel minder kinderen dan in de grote steden. Dit is een zorgelijke ontwikkeling, omdat het de toekomst van het platteland bedreigt.
De vergrijzing in Spanje is niet overal gelijk. In tien regio’s is de vergrijzingsgraad hoger dan het nationale gemiddelde van 20%. Asturië is de regio met de hoogste vergrijzingsgraad, met 28% mensen ouder dan 65 jaar. De andere regio’s met een hoge vergrijzingsgraad zijn Castilië en León, Baskenland, Cantabrië, Aragón, La Rioja, Extremadura, Navarra, Valencia en Murcia.
Spanje heeft een van de hoogste aantallen ouderen in de EU, maar in verhouding tot de totale bevolking is het land niet het meest vergrijsd. Italië, Portugal, Finland, Griekenland, Kroatië en Duitsland hebben allemaal een hogere vergrijzingsgraad dan Spanje. Zelfs het EU-gemiddelde is iets hoger dan in Spanje.