De Catalaanse partij Junts onderzoekt de mogelijkheid om een ‘inburgeringsexamen’ te introduceren voor immigranten, naar het voorbeeld van Nederland. Het examen zou de kennis van de Catalaanse taal toetsen als een verplichte voorwaarde voor een verblijfsvergunning, zodra de Spaanse staat de bevoegdheden op het gebied van immigratie aan de Catalaanse regionale regering overdraagt.
Junts, de partij onder leiding van Carles Puigdemont, baseert haar ambities op een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Deze uitspraak van 4 februari 2025 bevestigt dat Nederland van immigranten kan eisen dat ze slagen voor een inburgeringsexamen, inclusief taalkennis. Deze ontwikkeling zou de mogelijkheid openen voor Catalonië om eigen regels op te stellen voor de selectie van immigranten.
De zaak die leidde tot de uitspraak van het Europeese Hof werd aangespannen door een Eritrese burger in Nederland, die gesanctioneerd was omdat hij niet alle cursussen voor de civiele integratieplicht had gevolgd en gezakt was. De zaak begon in een Nederlandse rechtbank, waarna de staat vragen stelde aan het Europese hof over de compatibiliteit van de Nederlandse aanpak met EU-recht.
De man kwam op 17-jarige leeftijd naar Nederland en hoorde na zijn 18e dat hij een inburgeringsexamen moest doen. Na het negeren van waarschuwingen kreeg hij een boete van 500 euro en moest hij 10.000 euro terugbetalen aan de Nederlandse overheid voor zijn opleiding.
Hoewel de Nederlandse staat erkende dat de immigrant “voldoende inspanningen” had geleverd voor integratie, hoefde hij de boete en lening niet terug te betalen. Het Europees Hof stelde dat systematische boetes voor niet-succesvolle cursussen onterecht zijn, maar dat de “civiele integratietoetsen” wel voldoen aan Europese richtlijn 2011/95 over toegang tot integratie-instrumenten. De nationale regel die deelname aan programma’s en het examen verplicht stelt, is volgens dit vonnis in lijn met artikel 34 van die richtlijn.
Het vonnis benadrukt ook dat “niet kan worden ontkend dat het verwerven van kennis van zowel de taal als de samenleving van de ontvangende lidstaat de integratie in de samenleving van die staat bevordert”. Volgens het Catalaanse Junts zou deze verklaring van het Europees Hof de Catalaanse regering beschermen als zij als een essentiële factor voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning de accreditatie van de kennis van het Catalaans zou invoeren.
Junts vergelijkt Catalonië (onterecht) met een EU-lidstaat. Puigdemont zei dat de Generalitat bevoegdheden zal beheren zoals staten dat doen. De huidige bevoegdheidsdelegatie vereist goedkeuring van het Congres, maar Junts ziet dit als kans voor Catalonië om migratiestromen zoals een Europese staat te regelen. Daarom willen ze het Nederlandse inburgeringsexamen kopiëren na goedkeuring van het Europees Hof.
Ondanks de publieke meningsverschillen met de Spaanse regering, die betwijfelt of het Catalaans een “vereiste” kan zijn om een verblijfsvergunning te verlenen aan immigranten die in Catalonië aankomen, blijft Junts volhouden dat dit zal gebeuren zodra de bevoegdheden formeel zijn gedelegeerd.
Voor de implementatie van haar taalscreeningsmodel laat Junts zich ook inspireren door de Canadese regio Quebec, die van immigranten eist dat ze ten minste een intermediair niveau van Frans aantonen (B2 op de Europese schaal) om een permanente verblijfsvergunning te krijgen.
Door de kennis van de Catalaanse taal te benadrukken, wil Junts de integratie van nieuwkomers in de Catalaanse samenleving bevorderen, naar het model van andere Europese regio’s en landen.