Op SpanjeVandaag schrijven we vaak over hoe het pensioen geregeld is voor Nederlanders en Belgen die in Spanje wonen of werken. Maar hoe zit dat eigenlijk voor Spanjaarden die juist in het buitenland hebben gewerkt of wonen en later hun pensioen willen ontvangen? Dat blijkt minder ingewikkeld dan je zou denken, al hangen de regels af van het land waar ze hebben gewerkt.
In grote lijnen bestaan er drie situaties: werken binnen de Europese Unie, werken in een land met een bilateraal pensioenakkoord met Spanje of werken in een land zonder zo’n overeenkomst. In alle gevallen tellen buitenlandse jaren in veel situaties mee, maar de manier waarop verschilt.
Wie in een EU land heeft gewerkt, heeft het eenvoudigst geregeld. De betaalde sociale bijdragen worden opgeteld bij die in Spanje en de pensioeninstanties van alle betrokken landen berekenen samen hoeveel recht iemand heeft opgebouwd. Het pensioen wordt vervolgens uitgekeerd door het land waar je woont of het land waar je het laatst hebt gewerkt.
Bij landen met een bilateraal akkoord zoals de VS, Argentinië of Marokko moeten de pensioeninstanties van beide landen samenwerken. Elk land betaalt een deel van het pensioen in verhouding tot de jaren dat er premies zijn betaald. Dat heet een prorata pensioen en voorkomt dat iemand rechten verliest wanneer hij in meerdere landen heeft gewerkt.
Anders wordt het wanneer er geen akkoord bestaat. In dat geval moet iemand in beide landen afzonderlijk voldoen aan de voorwaarden om recht op pensioen te krijgen. Dat kan betekenen dat je twee aparte pensioenen ontvangt maar het kan ook dat je in één van de landen geen recht hebt omdat je er te kort hebt gewerkt.
Belangrijk om te weten is dat je in Spanje minimaal 15 jaar moet hebben bijgedragen om een pensioen te kunnen ontvangen waarvan minstens twee in de laatste 15 jaar voor het pensioen. Buitenlandse jaren kunnen helpen om aan die totale periode te komen maar ze vervangen niet altijd de vereiste jaren in Spanje zelf.


Español
English
Deutsch
Français
Português
Italiano